U bent hier: Home Database Vertalingen Overzicht

966 januari 24, ONB II nr. 890

Keizer Otto I bevestigt op verzoek van Adalberina, abdis, het vrouwenklooster van St. -Petrus en St.-Gertrudis (te Nijvel) in het bezit van goederen en rechten in (Sint-Antelinks-) Ransbeek <en in die bezittingen die door diverse lieden zijn overgedragen, waaronder het erfgoed van St. Gertrudis in de gouw Tessandrië, over de Striene, in de villa Bergen (op Zoom) en de drie bijbehorende eilanden Bieuelant (Rilland?), Spiesant en Yerseke>.

Uitgave

Dillo-Van Synghel, Oorkondenboek van Noord-Brabant, II, nr. 890.

Tekst

Vertaald door J. Kamp, onder eindredactie van Geertrui Van Synghel

De oorkonde is in een korte en een lange versie overgeleverd. De eerste gaat terug op de originele bevestiging door Otto van Nijvelse abdijgoederen [A1], terwijl de tweede versie een latere ingelaste tekst bevat met de opsomming van abdijgoederen, waarvan men (nog) niet zo'n bevestiging bezat. Gezien de oudheid van de namen, de redactie van de ingelaste schenkingen en de vermelding van sommige abdijgoederen in latere stukken, acht men de opsomming van het abdijbezit betrouwbaar. De ingelaste tekst zal teruggaan op schenkingen die tussen ca. 783 en het eind van de tiende eeuw gedateerd kunnen worden. Zo dateert men de opstelling van de geïnterpoleerde tekst in het eind van de tiende of eerste helft van de elfde eeuw. De vertaling is gebaseerd op de geïnterpoleerde tekst (<D>).

Omdat het de taak is van koningen en keizers is voor God en de heiligen van zijn kerk door documenten en bevestigingen te bewaren, maakt Otto, keizer, bekend dat een zekere abdis Adalberina van het klooster, gebouwd ter ere van de heilige Petrus en Gertrudis, samen met de kloosterzusters zijn gunst vroeg om zijn oorkonde of bevestiging te geven.

En aangezien elke oorkonde of bevestiging van zijn keizerlijk recht altijd tot het recht van de vorst hoort, heeft Otto door tussenkomst van zijn geliefde echtgenote Adelheid en zijn dierbare zoon, koning Otto, zijn goedkeuring verleend aan het verzoek van abdis Adalberina.

<1> en een zekere Reinier, graaf, heeft voor zichzelf, zijn echtgenote en zijn zonen aan het klooster, gebouwd ter ere van de heilige Maria en Sint-Pieter, waar het lichaam van de voortreffelijke heilige vrouw Gertrudis rust, het volgende overgedragen: in de gouw Ardenna, boven de rivier de Aisne, in het graafschap Waudricia, in de villa Villers-Sainte-Gertrude twaalf hoeven, een kerk, een molen, een brouwerij met de mensen die daar verblijven of dit van plan zijn, van elk geslacht en leeftijd, 118, met de gebouwen, hoeven, gronden, bewerkt en onbewerkt, begaanbare en onbegaanbare wegen, opbrengsten en inkomsten, gevraagd en opgeëist, bossen voor vijfhonderd varkens, beenden, weiden, roerende en onroerende goederen, wateren en afwateringen.>

<2> Op dezelfde wijze als de voornoemde Reinier heeft diens zoon Liechardus in de gouw Haspengouw, in de villa Gingelom, negen hoeven, vijfendertig horigen, een molen en een brouwerij overgedragen.>

<3> Rudolf, graaf, heeft in de villa Lillois-Witterzée zes en een halve hoeve, de helft van de kerk, een stuk bewerkt land en een bos voor zestig varkens overgedragen.>

<4> Jan en Rotboldus voor het zielenheil van Siegfried drie hoeven overgedragen in de villa Loupoigne, boven de rivier de Train, een molen, een brouwerij en tien horigen .>

<5> Hillinus heeft voor het zielenheil van zijn vader Gijsbert in de villa Petit Roeulx-lez-Braine een kerk en een bos voor vijfhonderd varkens overgedragen.>

<6> Jan en zijn vrouw Hachinda een hoeve in de villa Tongrinne.>

<7> Hadebrandis twee hoeven, een stuk bewerkt land, beemden en een bos boven de rivier de Dijle.>

<8> Steven een hoeve en een molen.>

<9> Herigaudis, priester, twee hoeven in de villa Hattain.>

<10> Berta, Ida een hoeve in de villa Perwez.>

<11> Vamboldus een hoeve in de villa Tervuren.>

<12> Honolfus voor het zielenheil van zijn moeder Helisquinda een hoeve in het graafschap Teisterbant boven de rivier de Huoltena.>

<13> Huoltelbaldus een hoeve in de villa Bekkerzeel.>

<14> Wolfert een hoeve in de villa Iddergem.>

<15> Galandus een hoeve in de villa Bierghes, de kerk in Itterbeek en een hoeve, de kerk in Corbais en een hoeve.>

<16> Adelelinus in Barcbelxa drie hoeven, bomentuinen en beemden.>

<17> Gijsbert een hoeve in de villa Oudenaken.>

<18> Alard een hoeve in Berchem-Pamel, boven de rivier de Sambre in de villa Couillet twee en een halve hoeve en een goede visserij.>

<19> Roculfus, graaf, een hoeve in de villa Meerbeke boven de rivier de Dender.>

<20> Honolfus, Rothard, Mayo in de villa Gooik tien hoeven, twintig dienstlieden, voor het zielenheil van Theobald.>

<21> Berta met haar zonen Arnulf, Herman en Gerard vijf hoeven boven de rivier de Train, beemden en bossen.>

<22> Eveneens heeft Robert en zijn vrouw Geva met hun zoon Reinier vier hoeven in de gouw Henegouwen overgedragen, in de villa Haine-Saint-Pierre.>

<23> Hillinus heeft voor het zielenheil van Lutgarde in de gouw Brabant boven de rivier, in Eppegem vijf hoeven en bossen voor honderd varkens overgedragen.>

<24> Reinoud, priester, een openbare plaats in Brussel, boven de rivier de Braine zeven hoeven, de moederkerk, bos en beemden.>

<25> in het 127e jaar na het overlijden van de heilige Gertrudis heeft een zeker meisje, genaamd Ricburgis, haar hele erfgoed in het land Ribuarensi, in de villa Binsfeld overgedragen, twaalf hoeven, de kerk en haar hele familia.>

<26> het erfgoed van de heilige Gertrudis, gelegen in de gouw Tessandrië, boven de rivier de Striene in de villa Bergen met het geheel; daartoe behoren drie eilanden, Bieuelant , Spiesant en Yerseke.>

<27> de villa Moerbeke met heel Goismar>

in de villa Sint-Antelinks-Ransbeek heeft Otto het volgende geschonken: dertig hoeven, de moederkerka, onder Quercus Frondissima vijf hoeven, in Hoeze een hoeve en al wat toebehoort aan de mensa en tot nut van de broeders en zusters die dag en nacht ijveren voor God en de heilige Gertrudis; hij heeft het met zijn oorkonde bevestigd, zodat de abij de vrije macht heeft om de voorgeschreven zaken te houden, verkopen, te ruilen en voor hun gebruik naar believen toe te voegen.

Otto, keizer, bezegelt.

Ludolf, kanselier, heeft het in plaats van aartskapelaan Willem erkend.

Gedaan te Maastricht in 966.


a
in afschrift B: met alle tienden.

Document acties