Lijstweergave
- 1294 januari 25
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Hendrik Ronke, burger van Grave, verkoopt aan het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling Leuvens, gevestigd op zijn huis en erf te Grave en op al zijn erfgoed gelegen in het veld Mars bij Grave en over de Maas.
- 1295 november 15
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Gerard, zoon van Brustijn, verkoopt aan heer Gijsbert, priester, ten behoeve van zijn kinderen een jaarlijkse erfcijns van zeven schelling minus vier penning, gevestigd op zijn hele erfgoed naast het kerkhof (te Grave).
- 1307 juni 26
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Jan, zoon van Arnoud Blome, schenkt aan het gasthuis te Grave een jaarlijkse rente van twintig schelling, gevestigd op een huis en erf en op twee weiden te Cuijk, afkomstig uit het testament van Jacob van Haps en dat Jan daarvan aan het gasthuis te Grave tien schelling geeft, aan de pastoor van Cuijk vijf schelling voor het jaargetijde van Jacob en aan de kerk van Cuijk vijf schelling voor de verlichting.
- 1308 december 21
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Ywein, zoon van Lutgard, verkoopt ten behoeve van het Sint-Catharinagasthuis te Grave een jaarlijkse erfcijns van een pond, gevestigd op het erfgoed en huis van Godso Sutor te Grave.
- 1309 maart 23
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Jordaan van Malden aan het Sint-Catharinagasthuis te Grave een jaarlijkse erfcijns van 30 schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoed te Grave en op een jaarrente van vijf schelling.
- 1310 februari 7
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Marcelis Marceliszn. van Langel, schaapherder, aan de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfcijns van 22 schelling en zes penning verschuldigd is, gevestigd op land te Velp.
- 1310 juli 15
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Werner van de Velde aan Jacob van Gameren een jaarlijkse erfcijns van 20 schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoed te Grave tussen de openbare straat en de stadsmuur.
- 1310 december 13
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Bodo van Uden ten overstaan van hen en van Jan, zoon van Lidekin, richter, verkoopt aan het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfpacht van acht malder rogge, gevestigd op goederen te Linden, die hij van de heer van Cuijk in leen houdt.
- 1312 oktober 19
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Gillis van Grave verkoopt aan Jan, zoon van Arnoud Blome, een jaarlijkse rente van vijf malder rogge, gevestigd op erfgoed te Escharen, en dat Jan onder meer op stukken land van Gillis bij de molens van Grave kan terugvallen indien het erfgoed te Escharen niet toereikend is voor de betaling.
- 1313 april 4
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Dirk Wanghe de Ligno en zijn echtgenote Hadewijch ten overstaan van hen, van Jan, zoon van Lidekin, richter, en van de rechtslieden van Gassel overdragen aan de richter ten behoeve van Jan, zoon van Arnoud Blome, hun allodiale en cijnsgoederen te Gassel en Linden, die op zijn beurt deze goederen aan Dirk en Hadewijch in cijns geeft tegen een jaarlijkse erfcijns van vijf pond.