Lijstweergave
- 1307 november 18
-
Jan I, heer van Cuijk, verklaart dat hij met instemming van schepenen, gezworenen en poorters van Grave aan Jan, zoon van Lidekin, Ywein en Gijsbert, zonen van Gijsbert Gruter, Arnoud Lauwart, Willem van Wijchen, Jan Minnensone en Hubert, zoon van Geertrui, ten voordele van de inwoners van Grave gemene gronden te Grave geeft tegen een jaarlijkse erfcijns van 40 pond zwarte Tournoois, onder diverse voorwaarden met betrekking tot het dijkonderhoud en het recht van overpad naar de visplaats.
- 1310 maart 12
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Dirk Priker aan Hubert, zoon van Geertrui, een jaarlijkse erfcijns van tien schelling en twee penning verschuldigd is, gevestigd op zijn tuin nabij de stadsgracht te Grave, en bepalen op welke voorwaarde Dirk afstand kan doen van de tuin met bijbehorende cijns.
- 1310 december 13
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Bodo van Uden ten overstaan van hen en van Jan, zoon van Lidekin, richter, verkoopt aan het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfpacht van acht malder rogge, gevestigd op goederen te Linden, die hij van de heer van Cuijk in leen houdt.
- 1312 mei 3
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Willem Witte aan de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse rente van zes schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoed.
- 1313 april 4
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Dirk Wanghe de Ligno en zijn echtgenote Hadewijch ten overstaan van hen, van Jan, zoon van Lidekin, richter, en van de rechtslieden van Gassel overdragen aan de richter ten behoeve van Jan, zoon van Arnoud Blome, hun allodiale en cijnsgoederen te Gassel en Linden, die op zijn beurt deze goederen aan Dirk en Hadewijch in cijns geeft tegen een jaarlijkse erfcijns van vijf pond.