Lijstweergave
- 1306 november 13
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Rudolf, zoon van Anselm Quade, aan Koenraad Sartor ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling Tournoois verkocht heeft, gevestigd op twee stukken land, en dat Jan, knaap van Filips van Hemert, richter van Nederasselt, en enkele gerechtslieden aldaar getuigd hebben dat Rudolf en zijn echtgenote deze gronden ten overstaan van hen overgedragen hebben aan Koenraad, die deze opnieuw aan Rudolf en zijn echtgenote voor de genoemde cijns gaf.
- 1307 mei 7
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Jacob van Haps alias van Gameren en zijn echtgenote Hiskiena verklaren dat zij na hun dood aan het gasthuis te Grave en aan de Tafel van de Heilige Geest aldaar hun erfgoed te Haps schenken, op voorwaarde dat de rectoren van beide instellingen hun jaargetijde en dat van Wouter, broer van Jacob, vieren.
- 1307 mei 25
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Mathias, zoon van Mathias van Laar, aan zijn broer Bado, geestelijke, een jaarlijkse erfcijns van tien schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoed binnen de muren van Grave.
- 1307 september 29
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Heinman Faber verkoopt aan Willem, zoon van Hendrik Haec, ten behoeve van het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling, gevestigd op zijn woonhuis te Grave
- 1307 november 18
-
Jan I, heer van Cuijk, verklaart dat hij met instemming van schepenen, gezworenen en poorters van Grave aan Jan, zoon van Lidekin, Ywein en Gijsbert, zonen van Gijsbert Gruter, Arnoud Lauwart, Willem van Wijchen, Jan Minnensone en Hubert, zoon van Geertrui, ten voordele van de inwoners van Grave gemene gronden te Grave geeft tegen een jaarlijkse erfcijns van 40 pond zwarte Tournoois, onder diverse voorwaarden met betrekking tot het dijkonderhoud en het recht van overpad naar de visplaats.
- 1308 april 20
-
Jan I, heer van Cuijk, verklaart dat hij met instemming van zijn echtgenote Jutta, vrouwe van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, en zijn kleinzoon Jan van Cuijk aan de inwoners van de parochies van Beugen, Brakel, Cuijk, Linden, Beers, Mill, Escharen en Grave tegen een jaarlijkse erfcijns van tien pond de gemene gronden schenkt, gelegen tussen het rechtsgebied van de heer van Herpen en Jan Boc van Meer tussen de Maas en de Peel, met uitzondering van enkele weidegronden en bossen.
- 1309 februari 24
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Lambert, pastoor van Hedikhuizen, namens de abdij van Berne kwijtscheldt aan Willem van Hedikhuizen 34 pond uit een schuld van 90 pond, die Willem met zijn zoon Jan en Hein de Coude heeft, en dat Willem belooft erop toe te zien dat zijn zoon Jan zijn verplichtingen jegens de abdij zal nakomen volgens de uitspraak van Lambert.
- (vóór 1309 februari 24)
-
Vastlegging van een bedrag van 90 pond, die Willem van Hedikhuizen, Hein de Coude en Jan, zoon van Willem van Hedikhuizen, verschuldigd zijn aan de abdij van Berne. (Deperditum)
- 1312 mei 3
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Willem Witte aan de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse rente van zes schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoed.