Lijstweergave
- 1302 oktober 6
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Hendrik, zoon van Hendrik IJzerlap, verkoopt aan Jacob van Haps een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling, gevestigd op zijn woonerf.
- 1302 november 6
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Jacob Spaenrebeen verschuldigd is aan Koenraad Sartor ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfrente van drie een een halve malder rogge, gevestigd op het erfgoed waar hij woont en op zijn hof (te Grave).
- 1302 november 29
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Arnoud van der Mere en Jutta, weduwe van Simon, aan Gerard, zoon van Simon, een jaarlijkse erfcijns van 30 schelling Tournoois verschuldigd zijn, gevestigd op hun woonerf te Grave naast het gasthuis.
- 1303 februari 7
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Jordaan van Malden aan Hendrik van Vijschel een jaarlijkse erfcijns van tien schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn woonerf.
- 1303 februari 8
-
Schepenen van Grave oorkonden dat heer Zegebert, priester, aan Hendrik Roesinc verschuldigd is een jaarlijkse erfcijns van dertig schelling, gevestigd op zijn woonhuis.
- 1303 juni 28
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Frederik Cloet verkoopt aan Koenraad Sartor ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfcijns van vijftien schelling, gevestigd op het huis van Rutger Faber.
- 1304 april 8
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Jan van Deursen schenkt aan de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfrente van 35 schelling, gevestigd op een huisplaats te Deursen en op twee stukken land te Luttelveld.
- 1304 december 14
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Bertradis, weduwe van Reinvard, aan de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfcijns van zestien schelling verschuldigd is, gevestigd op haar erfgoed.
- 1305 juli 24
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Hendrik Budel aan Jan van Buderic een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoed op de markt te Grave.
- 1306 november 13
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Rudolf, zoon van Anselm Quade, aan Koenraad Sartor ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling Tournoois verkocht heeft, gevestigd op twee stukken land, en dat Jan, knaap van Filips van Hemert, richter van Nederasselt, en enkele gerechtslieden aldaar getuigd hebben dat Rudolf en zijn echtgenote deze gronden ten overstaan van hen overgedragen hebben aan Koenraad, die deze opnieuw aan Rudolf en zijn echtgenote voor de genoemde cijns gaf.