Lijstweergave
- 1291 februari 11
-
Walram, heer van Monschau en Valkenburg, en Jan I, heer van Cuijk, bepalen als scheidslieden in het geschil tussen Arnoud, graaf van Loon, en Willem II, heer van Horn en Altena, dat Arnoud gehouden is de oorkonde(n) van zijn grootvader, die de heer van Horn heeft, in acht te nemen.
- 1292 september 17
-
Rooms-koning Adolf vidimeert en bevestigt op verzoek van abdis en convent van de abdij van Thorn de oorkonde van Reinoud I, graaf van Gelre, d.d. 1282 december 12, inzake de afstand van rechten op belastingen en beden door Willem II, heer van Horn (en Altena), als voogd van het land van Thorn.
- 1292 december 12
-
Siegfried, aartsbisschop van Keulen, vidimeert en bevestigt de oorkonden, verleend door Dirk III, heer van Altena, en Robert, bisschop van Luik, aan het klooster Sint-Elisabethsdal te Nunhem d.d. 1240 oktober 9 en 1241 maart 30 (na 1240 oktober 9).
- 1294 augustus 6
-
Dirk, graaf van Kleef, belooft aan Jan, heer van Heusden, en zijn echtgenote dat hij Sophie, hun dochter, echtgenote van Willem, heer van Horn, zal belenen met het land van Heusden indien zij geen mannelijke erfgenaam hebben. (Deperditum)
- (1)300 november 23
-
Willem II, heer van Horn en Altena, bepaalt bij testament dat jaarlijks twintig pond bestemd is voor een altaar in het klooster van Keizerbosch van een bedrag van 200 pond zwarte Tournoois, gevestigd op tienden en goederen te Rijswijk (bij Woudrichem).
- 1301 maart 31
-
Dirk van Altena, proost en aartsdiaken van het kapittel van Oudmunster te Utrecht, doet uitspraak in het geschil tussen deken en kapittel van Oudmunster enerzijds en wijlen Willem III, heer van Altena, en Gerard van Horn, heer van Altena, inzake de betaling van pachtgoederen te Altena.
- 1301 juni 28
-
Deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht geven de goederen die Willem II van Horn, heer van Altena, van hen in pacht hield, aan diens zoon Gerard tegen een jaarlijkse pacht van 26 mark Keuls. Na de dood van Gerard zal zijn wettige erfgenaam tien mark Keuls betalen voor de ontvangst van deze goederen.
- 1302 september 11
-
Arnoud, graaf van Loon en Chiny, hecht zijn goedkeuring aan de toekenning van alle leengoederen door zijn leenman Gerard, heer van Horn (en Altena), aan diens echtgenote Johanna, vrouwe van Gaasbeek, met uitzondering van de burcht van Horn.
- 1306 april 16
-
Jan II, hertog van Brabant, neemt de abdij van Berne in bescherming en maant Gerard, heer van Horn en Altena, Jan, heer van Heusden, Albert, heer van Herpen, ridder, en Willem, heer van Cranendonk, ridder, ervoor te zorgen dat niemand de abdij kwaad berokkent. Indien dit toch gebeurt, gelast hij de schout van 's-Hertogenbosch en de overige rechtsdienaars in de Meierij om de abdij bescherming te verlenen.
- 1310 juni 7
-
Willem de Boc, Jan van der Dussen, Jan van Rijswijk, ridders, Dirk de Borchgrave en Robijn Lodewijks Bokelerszn., knapen, leenmannen van Gerard, heer van Horn en Altena, oorkonden dat Vastraad Arnoudszn. van Giessen ten overstaan van hen afstand doet van alle goederen en rechten die hij en zijn voorouders houden van de heer van Horn en Altena, met uitzondering van Poederoijen, in ruil waarvoor Gerard, heer van Horn en Altena, Vastraad beleent met de rechtspraak te Giessen en Andel tot een bedrag van tien schelling.