Lijstweergave
- 1293 september 6
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Boudewijn, zoon van Ulla van Hedikhuizen, Jan, zoon van Arnoud van Veen, en Lambert Husink van Hedikhuizen ieder voor zich diverse stukken land ruilen met abt en convent van Berne en dat zij de dijken en sloten zullen onderhouden zoals voor de ruil.
- 1293 oktober 4
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Jan, kloosterling van Berne, namens abt en convent in cijns geeft aan Winrik van Vlijmen de dijk met het bijbehorende erf, genaamd Cavelinghe, te Rijswijk tegen een jaarlijkse erfcijns van zes penning Leuvens, waarvoor deze het land de Brake, zijn erfgoed en al zijn goederen in onderpand geeft.
- 1293 oktober 14
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Jan van Berne, kloosterling van Berne, namens abt en convent van Berne stukken land ruilt met Adam van Luttelherpt, met behoud van de dijken en sloten zoals voorheen.
- [ca. 1292-1293]
-
Schout, schepenen en gemeente van Leiden delen aan Jan, heer van Heusden, ridder, de toltarieven mee die de Leidse kooplieden vanouds verschuldigd zijn bij de tol van Heusden en verzoeken hem die te handhaven.
- 1294 januari 6
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Dirk van Gelre met de abdij van Berne drie en een halve hond land ruilt tegen vier hond en dat zij de dijken en sloten zullen onderhouden zoals voor de ruil.
- 1294 januari 25
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Hendrik Ronke, burger van Grave, verkoopt aan het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling Leuvens, gevestigd op zijn huis en erf te Grave en op al zijn erfgoed gelegen in het veld Mars bij Grave en over de Maas.
- 1294 maart 23
-
Gijsbert Gruter, richter, en schepenen van Grave oorkonden dat Daniel van Mill en Hille, zijn echtgenote, al hun roerende en onroerende goederen aan abt en convent van Mariënweerd schenken en dat zij samen met hun zoon Herman plechtig afstand doen.
- 1294 april 1
-
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan, keldermeester van de abdij van Berne, en Jacob van Beurghelen, poorter van 's-Hertogenbosch, een overeenkomst sluiten inzake hun geschillen, waarbij abt en convent van Berne aan Jacob jaarlijks vijf pond Leuvens, een mud rogge en een mud gerst zullen geven zolang hij leeft en niet meer zullen terugkomen op geleden schade en waarbij Jacob afziet van zijn aanspraken op eerder overgedragen goederen te Hedikhuizen aan de abdij. Tevens belooft Jan dat hij de overeenkomst door de abdij zal doen naleven en een bezegelde oorkonde over de rente van Jacob zal doen opstellen.
- 1294 april 1
-
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan, keldermeester van de abdij van Berne, en Elizabeth van Beurghelen, poorteres van 's-Hertogenbosch, een overeenkomst sluiten inzake hun geschillen, waarbij abt en convent van Berne uit een jaarlijkse rente van twee mud, die zij verschuldigd waren aan Elizabeth, een jaarlijkse rente van een mud rogge zullen geven aan haar en een mud aan haar broer Jacob zolang zij leven en onder specifieke bepalingen, die onder meer betrekking hebben op haar goederen te Gemonde. Tevens beloven Jan en Elizabeth dat met deze regeling het geschil over de door Elizabeth aan de abdij overgedragen goederen te Hedikhuizen en haar arrestatie in het land van Heusden op last van de abdij beëindigd is en belooft Jan dat hij de overeenkomst door de abdij zal doen naleven en een bezegelde oorkonde over de rente van Elizabeth zal doen opstellen.
- 1294 juni 17
-
Gerard (van Nassau), aartsdiaken van Luik, bevestigt de bekrachtiging door Robert, bisschop van Luik, alsmede de bevestiging door het kapittel van Luik van de statuten van het kapittel van Kortessem en de bepalingen inzake de pastoors van de kerken van Kortessem, Wintershoven, Kuttekoven, Strijp, Son en Nuenen.