Lijstweergave
- 1297 juni 30
-
Schepenen van Overdrage en Niervaart oorkonden dat Jacob de Kok en veertien andere personen hun eigendommen en rechten te Heiligenberg, toebehorend aan de abdij Ter Doest, hebben opgedragen aan Ywein, drossaard van Nicolaas, (heer) van Putten, en dat Ywein deze aan Winnok, rentmeester, en Hendrik van Bredene, monniken van Ter Doest, overdraagt ten behoeve van de abdij.
- 1297 september 8
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Tielman Foyten verkoopt aan Jan Brustijn de Kesserik te Oudheusden, die zijn broer Wouter eertijds toegewezen had aan het altaar (te Oudheusden) met een erfcijns van veertig schelling en dat Tielman verklaart dat hij tien pond Leuvens ontvangen heeft van Jan, die daarvoor onder nadere bepalingen een jaarlijkse cijns van 1 pond gevestigd heeft op land te Hedikhuizen ten behoeve van het genoemde altaar.
- (vóór 1297 september 8)
-
Schepenen (van Heusden) oorkonden dat Jan Brustijn verwerft een jaarlijkse cijns van 1 pond, gevestigd op het huis van Gerard Roest, en van 1 pond op het huis en de huisplaats van Everard Dachverlies uit een jaarlijkse erfcijns van 40 schelling Leuvens. (Deperditum)
- 1297 (april 12-1298 april 4)
-
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Arnoud Pape van Heeswijk een jaarlijkse erfcijns van 7 schelling en 6 penning Leuvens, gevestigd op goederen te Geldrop van Jan van Haanwijk, burger van 's-Hertogenbosch en echtgenoot van Bata Bicken, verkocht heeft aan Jan.
- 1298 april 13
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Arnoud Haddo van Oudheusden verkoopt aan Gerard van Doeveren, priester, zijn huis en huisplaats met uitweg en aanhorigheden te Heusden, waarna deze het aan Arnoud geeft tegen een jaarlijkse erfcijns van dertig schelling.
- 1298 mei 6
-
Gerard, pastoor van Doeveren, schenkt bij testament aan de abdij van Berne een jaarlijkse cijns van 30 schelling, gevestigd op het huis en de huisplaats met aanhorigheden van Arnoud Haddo te Oudheusden. De pastoors van Heusden, Heesbeen, Aalburg en Hemert bezegelen mede.
- 1298 oktober 25
-
Willem, bisschop van Utrecht, oorkondt dat Jan I, hertog van Brabant, en Jan I, heer van Cuijk, hem 1.000 pond zwarte Tournoois en 3.000 pond Brabants hebben betaald van een schuld van 5.000 pond zwarte Tournoois en 4.000 pond Brabants.
- [1296 juni 28¬-1299 november 10; waarschijnlijk voor 1299 september 15]
-
Jan I, graaf van Holland, vaardigt een oorkonde uit voor de abdij van Ter Doest inzake hun goed te Heiligenberg. (Deperditum)
- 1300 februari 3
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Godso Sutor aan Ywein, zoon van Lutgard, een jaarlijkse erfcijns van een pond verschuldigd is, gevestigd op zijn woonhuis en erfgoed te Grave.
- 1300 juni 19
-
Jan II, graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland en heer van Friesland, verleent de abt van Sint-Truiden uitstel voor het doen van leenhulde voor zijn goederen in Holland tot 1 oktober eerstkomend.