U bent hier: Home Database Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 52 oorkonden
(1225 december 25 - ) 1226 (december 24)

Albert, heer van Cuijk, hernieuwt de schenking van een halve hoeve te Hal met aanhorigheden door Hendrik en Godfried II, graven van (Rietberg en) Arnsberg aan de abdij Mariënweerd en doet afstand van elk recht in die goederen of andere door de abdij door rechtmatige koop of schenking verkregen.

1233 juni 20

Godfried II, graaf van Arnsberg, hernieuwt de schenking door hem en zijn broer Hendrik aan de abdij Mariënweerd van een halve hoeve te Hal en de helft van het bos dat zij bezitten met Hendrik, heer van Cuijk.

1236 september 15

Folpert van de Lek komt met Hendrik, heer van Cuijk, overeen dat, indien een zoon geboren wordt uit het huwelijk van Folpert met Margareta, zuster van Hendrik, deze de helft van zijn goederen in Holland zal erven en zal houden van de heren van wie Folpert ze houdt. Indien er een dochter wordt geboren, dan zal zij die helft houden van Folperts oudste zoon. Tevens wijst hij aan Margareta uit diezelfde goederen een jaarlijkse lijfrente toe van honderd pond Hollands en belooft dat de door hem gestelde borgen te Utrecht in leisting zullen gaan ingeval een en ander niet binnen twee jaar en zes weken zal zijn nagekomen.

1244 (april 1 - 1245 april 15)

Hendrik III, heer van Cuijk, schenkt aan de abdij Mariënweerd zijn deel in het patronaatsrecht van de kerk van Beesd, dat hij samen met het kapittel van Sint-Marie te Utrecht en de graaf van Gelre heeft.

1248 oktober 10

Magister Frederik, kanunnik van het kapittel van Sint-Marie te Utrecht, schenkt bij testament onder meer aan de kerk van Cuijk een halve hoeve en enkele akkergronden te Cuijk ten behoeve van het onderhoud van het kerkgebouw.

1259 juli

Otto II, graaf van Gelre, schenkt het gehele personaats- en patronaatsrecht van Beesd, in zijn bezit na het overlijden van Godfried van Cuijk, kanunnik van Xanten, aan Rudolf, abt, en het convent van Mariënweerd op voorwaarde dat de abdij eeuwig zijn memorie, dat van zijn overleden echtgenote Margareta, zijn echtgenote Philippa en zijn ouders zal vieren en dat de abt op de dag van zijn jaargetijde en die van zijn vrouw een pitantie zal uitkeren aan het convent en de aanwezige broeders.

1260 (april 2 - vóór eind mei 1260)

Jan I, heer van Cuijk, vidimeert en bevestigt de schenking door zijn vader Hendrik III, heer van Cuijk, van diens aandeel in het patronaatsrecht van Beesd aan de abdij Mariënweerd.

1260 mei

Otto II, graaf van Gelre, schenkt het gehele personaats- en patronaatsrecht van Beesd aan Rudolf, abt, en het convent van Mariënweerd op voorwaarde dat de abdij eeuwig zijn memorie, dat van zijn overleden echtgenote Margareta, zijn echtgenote Philippa en zijn ouders zal vieren en dat de abt op de dag van zijn jaargetijde en die van zijn vrouw een pitantie zal uitkeren aan het convent en de aanwezige broeders.

1261 april 12

Paus Alexander IV bekrachtigt de schenking van het patronaatsrecht van Beesd en van de daarbij behorende kapellen te Rumpt en Gellicum aan de abdij Mariënweerd door de graaf van Gelre en de heer van Cuijk, met instemming van de bisschop van Utrecht.

1261 september 16

Paus Urbanus IV bekrachtigt de schenking van het patronaatsrecht van Beesd en van de daarbij behorende kapellen te Rumpt en Gellicum aan de abdij Mariënweerd door de graaf van Gelre en de heer van Cuijk, met instemming van de bisschop van Utrecht.

Document acties