Lijstweergave
- 1301 april 1-30
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Jacob van Haps aan Herman van den Steenakker een stuk land te Haps overdraagt tegen een jaarlijkse erfrente van drie malder rogge en dat Jacob en Herman het vee daar gelijkelijk zullen verdelen.
- 1301 mei 1
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Hendrik Haec verkoopt aan Jan, zoon van Lidekin, een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling, gevestigd op zijn huis en erf te Grave.
- 1302 oktober 6
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Hendrik, zoon van Hendrik IJzerlap, verkoopt aan Jacob van Haps een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling, gevestigd op zijn woonerf.
- 1302 november 6
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Jacob Spaenrebeen verschuldigd is aan Koenraad Sartor ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfrente van drie een een halve malder rogge, gevestigd op het erfgoed waar hij woont en op zijn hof (te Grave).
- 1302 november 29
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Arnoud van der Mere en Jutta, weduwe van Simon, aan Gerard, zoon van Simon, een jaarlijkse erfcijns van 30 schelling Tournoois verschuldigd zijn, gevestigd op hun woonerf te Grave naast het gasthuis.
- 1303 februari 7
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Jordaan van Malden aan Hendrik van Vijschel een jaarlijkse erfcijns van tien schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn woonerf.
- 1303 februari 8
-
Schepenen van Grave oorkonden dat heer Zegebert, priester, aan Hendrik Roesinc verschuldigd is een jaarlijkse erfcijns van dertig schelling, gevestigd op zijn woonhuis.
- 1303 juni 28
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Frederik Cloet verkoopt aan Koenraad Sartor ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfcijns van vijftien schelling, gevestigd op het huis van Rutger Faber.
- 1304 april 8
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Jan van Deursen schenkt aan de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfrente van 35 schelling, gevestigd op een huisplaats te Deursen en op twee stukken land te Luttelveld.
- 1304 oktober 8
-
Willem III, graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland, belooft alle voorrechten te handhaven die de poorters van Geertruidenberg hebben ontvangen van zijn voorouders.