Lijstweergave
- 1294 januari 6
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Dirk van Gelre met de abdij van Berne drie en een halve hond land ruilt tegen vier hond en dat zij de dijken en sloten zullen onderhouden zoals voor de ruil.
- 1294 april 1
-
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan, keldermeester van de abdij van Berne, en Elizabeth van Beurghelen, poorteres van 's-Hertogenbosch, een overeenkomst sluiten inzake hun geschillen, waarbij abt en convent van Berne uit een jaarlijkse rente van twee mud, die zij verschuldigd waren aan Elizabeth, een jaarlijkse rente van een mud rogge zullen geven aan haar en een mud aan haar broer Jacob zolang zij leven en onder specifieke bepalingen, die onder meer betrekking hebben op haar goederen te Gemonde. Tevens beloven Jan en Elizabeth dat met deze regeling het geschil over de door Elizabeth aan de abdij overgedragen goederen te Hedikhuizen en haar arrestatie in het land van Heusden op last van de abdij beëindigd is en belooft Jan dat hij de overeenkomst door de abdij zal doen naleven en een bezegelde oorkonde over de rente van Elizabeth zal doen opstellen.
- 1294 juni 20
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Dirk, zoon van Dirk Hollen, met de abdij van Berne twee stukken land ruilt tegen een morgen en 24 roeden, gelegen tegenover Oudheusden, en dat ieder zijn dijken zal onderhouden met uitzondering van de sloten aan de rand van het land.
- 1294 augustus 6
-
Dirk, graaf van Kleef, belooft aan Jan, heer van Heusden, en zijn echtgenote dat hij Sophie, hun dochter, echtgenote van Willem, heer van Horn, zal belenen met het land van Heusden indien zij geen mannelijke erfgenaam hebben. (Deperditum)
- 1294 augustus 10
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Jota, weduwe van Wouter Foyten, koopt van Jan Piscator een cijns van tien schellling Leuvens, gevestigd op een halve huisplaats naast zijn huis.
- 1294 oktober 3
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Broos van Herpt en Robert van Herpt, provisoren van de kerk van Herpt, verkopen aan de abdij van Berne vier hond land te Corthare en Cortoyslagh.
- 1297 september 8
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Tielman Foyten verkoopt aan Jan Brustijn de Kesserik te Oudheusden, die zijn broer Wouter eertijds toegewezen had aan het altaar (te Oudheusden) met een erfcijns van veertig schelling en dat Tielman verklaart dat hij tien pond Leuvens ontvangen heeft van Jan, die daarvoor onder nadere bepalingen een jaarlijkse cijns van 1 pond gevestigd heeft op land te Hedikhuizen ten behoeve van het genoemde altaar.
- (vóór 1297 september 8)
-
Schepenen (van Heusden) oorkonden dat Jan Brustijn verwerft een jaarlijkse cijns van 1 pond, gevestigd op het huis van Gerard Roest, en van 1 pond op het huis en de huisplaats van Everard Dachverlies uit een jaarlijkse erfcijns van 40 schelling Leuvens. (Deperditum)
- 1298 april 13
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Arnoud Haddo van Oudheusden verkoopt aan Gerard van Doeveren, priester, zijn huis en huisplaats met uitweg en aanhorigheden te Heusden, waarna deze het aan Arnoud geeft tegen een jaarlijkse erfcijns van dertig schelling.
- 1298 mei 6
-
Gerard, pastoor van Doeveren, schenkt bij testament aan de abdij van Berne een jaarlijkse cijns van 30 schelling, gevestigd op het huis en de huisplaats met aanhorigheden van Arnoud Haddo te Oudheusden. De pastoors van Heusden, Heesbeen, Aalburg en Hemert bezegelen mede.