Lijstweergave
- 1240 oktober 9-30 maart 1241
-
Robert, bisschop van Luik, neemt het klooster Sint-Elisabethsdal (te Nunhem), gevestigd op het allodium van Dirk III, heer van Altena, onder zijn bescherming en bevestigt de eerder door Dirk gedane schenkingen.
- 1257 maart 4
-
Gozewijn, heer van Born, ridder, broeder Willem van Heisterbach en meester Gozewijn, cantor van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Maastricht, beslechten het geschil tussen deken en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht en Willem, heer van Boxtel, inzake de dagelijkse gerechten en inkomsten van de dorpen Hamont, Achel en Sint-Huibrechts-Lille, waarbij zij aan deken en kapittel twee derde en aan de heer van Boxtel als voogd van de dorpen een derde van de opbrengst toewijzen.
- 1273 maart 16
-
Jan, heer van Megen, verzoekt aan deken en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht door middel van een oorkonde hun goedkeuring te hechten aan de verkoop van de opbrengst van de tiend van Megen van zestien jaar, die hij van het kapittel in pacht houdt, aan Hendrik van Uden en Nicolaas Lillart, burgers van ’s-Hertogenbosch.
- 1274 maart 3
-
Jan, heer van Megen, zendt zijn bode naar deken en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht met een pachtsom van drie mark (uit de tiend van Megen) en verzoekt het kapittel goedkeuring te hechten aan hetgeen zijn bode mededeelt over de personen die borg staan bij de verkoop van deze pacht, die voor vijftien jaar is gevestigd en hierover schriftelijk aan hem te berichten.
- 1274 maart 16
-
Nicolaas Lillart, Gerard, zoon van Hendrik Graet, de weduwe van Hendrik en de andere zonen van Hendrik Graet, burgers van ’s-Hertogenbosch, verklaren dat zij de tiend van Megen voor een periode van vijftien jaar hebben gepacht van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht tegen een jaarlijkse som van drie mark Keuls en dat zij prior en convent van het Wilhelmietenklooster Porta Celi te ’s-Hertogenbosch als borgen voor de betaling en de betalingsvoorwaarden hebben aangesteld en dit verklaren onder het zegel van prior en convent.
- 1278 april 22
-
Hendrik, pastoor van Mierlo, vraagt aan Jan, bisschop van Luik, om de regeling te bekrachtigen die wijlen Reinier, scholaster van Tongeren en provisor van Hendrik III, bisschop van Luik, getroffen heeft in het conflict tussen het klooster Binderen en Hendrik, rector van de kerk van Mierlo, zijn voorganger, inzake de novale tienden en andere rechten.
- 1282 december 12
-
Reinoud I, graaf van Gelre en hertog van Limburg, oorkondt dat Willem II, heer van Horn (en Altena) en zijn eerstgeboren zoon Willem, ten behoeve van de abdij van Thorn afstand doet van alle heffingen en beden die hij als voogd van het land van Thorn kan heffen.
- 1291 februari 11
-
Walram, heer van Monschau en Valkenburg, en Jan I, heer van Cuijk, bepalen als scheidslieden in het geschil tussen Arnoud, graaf van Loon, en Willem II, heer van Horn en Altena, dat Arnoud gehouden is de oorkonde(n) van zijn grootvader, die de heer van Horn heeft, in acht te nemen.
- 1292 september 17
-
Rooms-koning Adolf vidimeert en bevestigt op verzoek van abdis en convent van de abdij van Thorn de oorkonde van Reinoud I, graaf van Gelre, d.d. 1282 december 12, inzake de afstand van rechten op belastingen en beden door Willem II, heer van Horn (en Altena), als voogd van het land van Thorn.
- 1292 december 12
-
Siegfried, aartsbisschop van Keulen, vidimeert en bevestigt de oorkonden, verleend door Dirk III, heer van Altena, en Robert, bisschop van Luik, aan het klooster Sint-Elisabethsdal te Nunhem d.d. 1240 oktober 9 en 1241 maart 30 (na 1240 oktober 9).