Lijstweergave
- 1294 januari 6
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Dirk van Gelre met de abdij van Berne drie en een halve hond land ruilt tegen vier hond en dat zij de dijken en sloten zullen onderhouden zoals voor de ruil.
- 1295 januari 15
-
Floris V, graaf van Holland en Zeeland, en heer van Friesland, doet na het overlijden van Willem, heer van Strijen, uitspraak in het geschil tussen abt en convent van Ter Doest enerzijds en Nicolaas, (heer) van Putten, rechtsopvolger en schoonzoon van Willem, anderzijds, en wijst Heiligenberg als vrij eigen goed toe aan de abdij, met uitzondering van de hoge rechtsmacht die toekomt aan Nicolaas, zijn echtgenote en hun nakomelingen. De abdij betaalt aan Nicolaas honderd pond nieuw Hollands en zal twee priesters aanwijzen die te Krabbendijke of in een te bouwen kapel te Heiligenberg de missen zullen opdragen voor het zielenheil van de voorouders van Willem, heer van Strijen, en Floris III.
- 1296 augustus 29
-
(Simon), abt van Sint-Gillis op de Publémont te Luik, bewaarder van de door de Heilige Stoel verleende oorkonden aan abt en convent van Ter Doest, gelast de priesters van Overdrage, Etten en Zevenbergen om de personen die de abdij, niettegenstaande de uitspraak van Floris V, graaf van Holland, in haar bezittingen en rechten te Heiligenberg hebben aangetast, te manen om deze op straffe van excommunicatie binnen acht dagen na hun maning aan de abdij te restitueren en de schade te vergoeden.
- 1297 juni 28
-
Nicolaas, (heer) van Putten, en zijn echtgenote Aleid, dochter van Willem, heer van Strijen, beloven zich te houden aan de uitspraak, gedaan door Floris V, graaf van Holland en Zeeland, heer van Friesland, d.d. 15 januari 1295, inzake de rechten van Nicolaas en de abdij van Ter Doest op het goed Heiligenberg. Jan I, graaf van Holland en Zeeland, heer van Friesland, bezegelt mede.
- [1296 juni 28¬-1299 november 10; waarschijnlijk voor 1299 september 15]
-
Jan I, graaf van Holland, vaardigt een oorkonde uit voor de abdij van Ter Doest inzake hun goed te Heiligenberg. (Deperditum)
- 1300 juni 19
-
Jan II, graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland en heer van Friesland, verleent de abt van Sint-Truiden uitstel voor het doen van leenhulde voor zijn goederen in Holland tot 1 oktober eerstkomend.
- 1304 oktober 8
-
Willem III, graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland, belooft alle voorrechten te handhaven die de poorters van Geertruidenberg hebben ontvangen van zijn voorouders.
- 1305 februari 27
-
Jan, heer van Heusden, ridder, belooft dat hij het erfgoed, overgedragen door vrouwe Jutta, echtgenote van Jan Brustijn, aan haar zoon Brustijn en diens vader Jan, zoals vastgelegd in een oorkonde van de schepenen van Heusden, zal vrijwaren van aanspraken.
- 1306 juni 15
-
Willem III, graaf van Holland, vidimeert de oorkonden d.d. 1200, 1241 december 27 en 1222 februari 4-1234 juli 19, van Dirk VII en Aleid, graaf en gravin van Holland, Willem II, graaf van Holland, en Floris IV, graaf van Holland, verleend aan de abdij van Berne en bepaalt dat de abdij bij het innen van de cijns te Dordrecht zes kalfshuiden zal aanbieden voor zijn valkeniers.
- 1309 februari 24
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Lambert, pastoor van Hedikhuizen, namens de abdij van Berne kwijtscheldt aan Willem van Hedikhuizen 34 pond uit een schuld van 90 pond, die Willem met zijn zoon Jan en Hein de Coude heeft, en dat Willem belooft erop toe te zien dat zijn zoon Jan zijn verplichtingen jegens de abdij zal nakomen volgens de uitspraak van Lambert.