Lijstweergave
- 1261 april 12
-
Paus Alexander IV bekrachtigt de schenking van het patronaatsrecht van Beesd en van de daarbij behorende kapellen te Rumpt en Gellicum aan de abdij Mariënweerd door de graaf van Gelre en de heer van Cuijk, met instemming van de bisschop van Utrecht.
- 1261 september 16
-
Paus Urbanus IV bekrachtigt de schenking van het patronaatsrecht van Beesd en van de daarbij behorende kapellen te Rumpt en Gellicum aan de abdij Mariënweerd door de graaf van Gelre en de heer van Cuijk, met instemming van de bisschop van Utrecht.
- 1265 april 29
-
Meester Hendrik, deken, en het kapittel van Oudmunster te Utrecht geven na de dood van Willem I, heer van Altena, aan Dirk, zijn zoon, de goederen (in het land van Altena) die Willem van hen in pacht hield tegen een jaarlijkse pacht van 26 mark Keuls. Na de dood van Dirk zal zijn wettige erfgenaam tien mark Keuls betalen voor de ontvangst van deze goederen.
- 1267 maart 1-31
-
Jan, proost van Tiel, stelt de bezoldiging van de pastoor te Aalburg door de abt van Sint-Truiden vast op twaalf pond Leuvens en verzoekt de landsheren de abt te beschermen tegen inbreuken op de goederen en tienden die behoren tot de kerk te Aalburg.
- 1267 mei 13
-
Hendrik I (van Vianden), bisschop van Utrecht, bevestigt de schenking van het patronaatsrecht van Beesd door Otto II, graaf van Gelre, en Jan I, heer van Cuijk, aan de abdij Mariënweerd.
- 1272 augustus 1
-
Dirk III, heer van Altena, verklaart dat hij deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht niet zal hinderen bij de verkoop van de tiend van Woudrichem, Giessen en Andel.
- 1290 september 9
-
Schout, schepenen en gemeenschap van poorters van Woudrichem oorkonden dat verscheidene poorters beloven zich te onderwerpen aan de scheidsrechterlijke uitspraak van Steven, deken van de Dom te Utrecht, inzake hun geschil met de kommanderij van de Duitse orde te Utrecht over een huis en erf te Woudrichem.
- 1292 januari 31
-
Beoorkonding van een nieuwe rechtsdag door de officiaal van Utrecht waar de definitieve beslechting zal plaatsvinden van een geschil tussen Jan van Breda, pastoor van Heesbeen, en Reinier van Heusden inzake de kerk van Heesbeen.
- 1292 februari 19
-
De officiaal van Utrecht beveelt naar aanleiding van de betwisting van de kerk van Heesbeen door Jan, pastoor van Heesbeen, en Reinier van Heusden, pastoor, aan de pastoors van Genderen, Aalburg, Heusden en Wijk dat zij Reinier, die ten onrechte de kerk van Heesbeen bezet, moeten manen binnen vijf dagen afstand te doen van deze kerk op straffe van excommunicatie en dat de parochianen van Heesbeen Jan als wettig pastoor moeten gehoorzamen.
- 1298 oktober 25
-
Willem, bisschop van Utrecht, oorkondt dat Jan I, hertog van Brabant, en Jan I, heer van Cuijk, hem 1.000 pond zwarte Tournoois en 3.000 pond Brabants hebben betaald van een schuld van 5.000 pond zwarte Tournoois en 4.000 pond Brabants.