Lijstweergave
- 1310 december 13
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Bodo van Uden ten overstaan van hen en van Jan, zoon van Lidekin, richter, verkoopt aan het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfpacht van acht malder rogge, gevestigd op goederen te Linden, die hij van de heer van Cuijk in leen houdt.
- 1310 december 21
-
Jan II, heer van Cuijk, knaap, hecht zijn goedkeuring aan de verkoop door Bodo van Uden aan het gasthuis te Grave van een rente d.d. 1310.12.13.
- 1311 maart 13
-
Jan II, heer van Cuijk, geeft aan abt en convent van Mariënweerd de watermolen te Mill met het water Meerstal en bijbehorende grond tegen een jaarlijkse erfcijns van vijf schelling en verleent hen het recht om de watermolen af te breken en door een windmolen te vervangen.
- 1311 november 3
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Dirk Vosse aan Igram Coquus een jaarlijkse erfrente van 20 schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoederen, waaronder die te Escharen.
- 1312 mei 3
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Willem Witte aan de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse rente van zes schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoed.
- 1312 oktober 19
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Gillis van Grave verkoopt aan Jan, zoon van Arnoud Blome, een jaarlijkse rente van vijf malder rogge, gevestigd op erfgoed te Escharen, en dat Jan onder meer op stukken land van Gillis bij de molens van Grave kan terugvallen indien het erfgoed te Escharen niet toereikend is voor de betaling.
- 1313 januari 25
-
Jutta van Nassau, weduwe van Jan I, heer van Cuijk, schenkt bij testament aan de kanunniken van het Sint-Elisabethkapittel te Grave haar erfgoederen De Dodenberg en De Loevert en jaarlijks 20 pond uit de pacht van Beugen, alsmede diverse geldbedragen aan de predikheren te Nijmegen, de minderbroeders te 's-Hertogenbosch en Kleef, de zusters te Binderen en de abdij Grafenthal bij Goch, de begijnen, het gasthuis, de Tafel van de Heilige Geest en de kerk te Grave, de kerken en priesters van Escharen, Linden, Beers, Cuijk, Beugen, Meer en Sambeek en de kapel van Oelbroek.
- 1313 april 4
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Dirk Wanghe de Ligno en zijn echtgenote Hadewijch ten overstaan van hen, van Jan, zoon van Lidekin, richter, en van de rechtslieden van Gassel overdragen aan de richter ten behoeve van Jan, zoon van Arnoud Blome, hun allodiale en cijnsgoederen te Gassel en Linden, die op zijn beurt deze goederen aan Dirk en Hadewijch in cijns geeft tegen een jaarlijkse erfcijns van vijf pond.
- (vóór 1261 april 12)
-
Schenking aan de abdij Mariënweerd van het patronaatsrecht van Beesd en de daarbij horende kapellen te Rumpt en Gellicum door (Otto II), graaf van Gelre, en (Hendrik III), heer van Cuijk, met instemming van de bisschop van Utrecht. (Deperditum)
- (vóór 25 januari 1313)
-
Beoorkond wordt de toewijzing van een rente van twintig pond uit een pacht van Beugen aan Jutta van Nassau, weduwe van Jan I, heer van Cuijk. (Deperditum)