Lijstweergave
- (1222 februari 4 - 1234 juli 19)
-
Floris IV, graaf van Holland, bevestigt de abdij van Berne in de tolvrijdom die haar door graaf Willem I was verleend.
- 1248 december 5
-
Rooms-koning Willem neemt naar het voorbeeld van zijn vader, graaf Floris IV van Holland, de abdij en de monniken van Ter Doest en al hun goederen in het graafschap Holland op in zijn bescherming, verleent hun tolvrijdom voor goederen bestemd voor eigen gebruik, stelt hun huidige, in Zeeland of elders in het graafschap gelegen goederen, voor altijd vrij van schot en vergunt hun het van de aldaar nog te verwerven goederen verschuldigde schot rechtstreeks af te dragen aan zijn rentmeesters en baljuwen tot het door hem vastgestelde bedrag, en bevestigt hen in het bezit van onder meer Heiligenberg.
- 1250 mei 19
-
Rooms-koning Willem, graaf van Holland, beleent Willem, abt van Sint-Truiden, en diens opvolgers met de voogdij over de goederen en de lieden van de abdij te Aalburg en de aangrenzende dorpen, met de bepaling dat zij dat leen zullen verheffen voor één mark zilver. Tevens belooft hij de abdij en haar onderhorigen in bescherming te nemen.
- 1250 juni 9
-
Rooms-koning Willem, graaf van Holland, beleent Willem, abt van Sint-Truiden, en diens opvolgers voor altijd met de voogdij van de goederen en de lieden van de abdij in en om Aalburg, met de bepaling dat zij dat leen zullen verheffen voor 1 mark zilver, en zegt de abdij en haar onderhorigen bescherming toe tegen allen die hun schade mochten toebrengen.
- 1277 maart 17
-
Floris V, graaf van Holland, doet uitspraak in het geschil tussen abt en convent van Ter Doest enerzijds en Willem van Strijen anderzijds over het goed Heiligenberg, eertijds door Willems voorgangers aan de abdij geschonken, en bepaalt dat abt en convent in het ongestoorde genot van dat goed dienen te blijven en dat de abdij hiervoor aan Willem een rijpaard zal geven ter waarde van 70 pond Hollands of dat bedrag in geld.
- 1295 januari 15
-
Floris V, graaf van Holland en Zeeland, en heer van Friesland, doet na het overlijden van Willem, heer van Strijen, uitspraak in het geschil tussen abt en convent van Ter Doest enerzijds en Nicolaas, (heer) van Putten, rechtsopvolger en schoonzoon van Willem, anderzijds, en wijst Heiligenberg als vrij eigen goed toe aan de abdij, met uitzondering van de hoge rechtsmacht die toekomt aan Nicolaas, zijn echtgenote en hun nakomelingen. De abdij betaalt aan Nicolaas honderd pond nieuw Hollands en zal twee priesters aanwijzen die te Krabbendijke of in een te bouwen kapel te Heiligenberg de missen zullen opdragen voor het zielenheil van de voorouders van Willem, heer van Strijen, en Floris III.
- 1296 augustus 29
-
(Simon), abt van Sint-Gillis op de Publémont te Luik, bewaarder van de door de Heilige Stoel verleende oorkonden aan abt en convent van Ter Doest, gelast de priesters van Overdrage, Etten en Zevenbergen om de personen die de abdij, niettegenstaande de uitspraak van Floris V, graaf van Holland, in haar bezittingen en rechten te Heiligenberg hebben aangetast, te manen om deze op straffe van excommunicatie binnen acht dagen na hun maning aan de abdij te restitueren en de schade te vergoeden.
- 1297 juni 28
-
Nicolaas, (heer) van Putten, en zijn echtgenote Aleid, dochter van Willem, heer van Strijen, beloven zich te houden aan de uitspraak, gedaan door Floris V, graaf van Holland en Zeeland, heer van Friesland, d.d. 15 januari 1295, inzake de rechten van Nicolaas en de abdij van Ter Doest op het goed Heiligenberg. Jan I, graaf van Holland en Zeeland, heer van Friesland, bezegelt mede.
- [1296 juni 28¬-1299 november 10; waarschijnlijk voor 1299 september 15]
-
Jan I, graaf van Holland, vaardigt een oorkonde uit voor de abdij van Ter Doest inzake hun goed te Heiligenberg. (Deperditum)
- 1306 juni 15
-
Willem III, graaf van Holland, vidimeert de oorkonden d.d. 1200, 1241 december 27 en 1222 februari 4-1234 juli 19, van Dirk VII en Aleid, graaf en gravin van Holland, Willem II, graaf van Holland, en Floris IV, graaf van Holland, verleend aan de abdij van Berne en bepaalt dat de abdij bij het innen van de cijns te Dordrecht zes kalfshuiden zal aanbieden voor zijn valkeniers.