Lijstweergave
- 1259 maart 21
-
Willem I, heer van Altena, erkent dat hij de tienden van Woudrichem en Andel en de helft van die van Giessen uit gunst en niet rechtens houdt van proost, deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht voor de duur van zijn leven of van dat van de proost, met de bepaling dat proost, deken en kapittel een eventueel tekort in hun overige goederen uit die tienden mogen aanvullen.
- 1265 april 29
-
Meester Hendrik, deken, en het kapittel van Oudmunster te Utrecht geven na de dood van Willem I, heer van Altena, aan Dirk, zijn zoon, de goederen (in het land van Altena) die Willem van hen in pacht hield tegen een jaarlijkse pacht van 26 mark Keuls. Na de dood van Dirk zal zijn wettige erfgenaam tien mark Keuls betalen voor de ontvangst van deze goederen.
- 1272 augustus 1
-
Dirk III, heer van Altena, verklaart dat hij deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht niet zal hinderen bij de verkoop van de tiend van Woudrichem, Giessen en Andel.
- 1290 september 9
-
Schout, schepenen en gemeenschap van poorters van Woudrichem oorkonden dat verscheidene poorters beloven zich te onderwerpen aan de scheidsrechterlijke uitspraak van Steven, deken van de Dom te Utrecht, inzake hun geschil met de kommanderij van de Duitse orde te Utrecht over een huis en erf te Woudrichem.
- (1)300 november 23
-
Willem II, heer van Horn en Altena, bepaalt bij testament dat jaarlijks twintig pond bestemd is voor een altaar in het klooster van Keizerbosch van een bedrag van 200 pond zwarte Tournoois, gevestigd op tienden en goederen te Rijswijk (bij Woudrichem).
- 1301 januari 28
-
Deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht en Willem III, heer van Altena, dragen de beslissing in het geschil over de betaling van pachtgoederen te Altena op aan Dirk, proost van Oudmunster, broer van Willem, en beloven zich aan zijn uitspraak te onderwerpen.
- 1301 maart 27
-
Gerard, heer van Altena, hecht zijn goedkeuring aan de overeenkomst door deken en kapittel van Oudmunster en wijlen Willem III, heer van Altena, zijn broer en voorganger, ter beëindiging van hun geschil over pachtgoederen te Altena en belooft zich aan de uitspraak van Dirk, proost van Oudmunster te Utrecht, te onderwerpen.
- 1301 maart 31
-
Dirk van Altena, proost en aartsdiaken van het kapittel van Oudmunster te Utrecht, doet uitspraak in het geschil tussen deken en kapittel van Oudmunster enerzijds en wijlen Willem III, heer van Altena, en Gerard van Horn, heer van Altena, inzake de betaling van pachtgoederen te Altena.
- 1301 juni 28
-
Deken en kapittel van Oudmunster te Utrecht geven de goederen die Willem II van Horn, heer van Altena, van hen in pacht hield, aan diens zoon Gerard tegen een jaarlijkse pacht van 26 mark Keuls. Na de dood van Gerard zal zijn wettige erfgenaam tien mark Keuls betalen voor de ontvangst van deze goederen.
- 1301 juni 28
-
Gerard van Horn, heer van Altena, erkent de goederen te Altena van het kapittel van Oudmunster te Utrecht in pacht te houden op de voorwaarden vervat in de uitspraak d.d. 31 maart 1301. (Deperditum)