Lijstweergave
- 1292 september 22
-
Rooms-koning Adolf wijst aan Jan I, hertog van Brabant, verschillende tollen toe en inkomsten tussen de Moezel en de zee, als garantie voor de terugbetaling van de van hem geleende 16.000 mark Keuls en bepaalt onder meer dat Krafto van Greifenstein of na zijn overlijden één van zijn opvolgers, onder wie Jan van Cuijk, altijd de hertog of zijn opvolgers zal moeten toestaan de burcht Kaiserswerth te gebruiken.
- 1293 januari 10
-
Constantijn van Lysenkirchen, burger van Keulen, maakt bekend dat Jan I, heer van Cuijk, hem 300 pond Brabants betaald heeft voor de schuld die de hertog van Brabant heeft bij Tielman Loysekanne en dat Tielman dit bedrag in mindering heeft gebracht op de schuld.
- 1295 januari 14
-
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan Tolnere, burger van 's-Hertogenbosch, erkend heeft 24 pond Leuvens ontvangen te hebben van zijn zwager Willem genaamd Willeken van Rode, burger van 's-Hertogenbosch, voor de verkoop door hem aan Willem van het goed Te Beirct te Oerle.
- 1295 januari 25
-
Jan I, heer van Cuijk, verklaart ontvangen te hebben van Gillis van Berg, ridder, eertijds drossaard van Brabant, namens Jan II, hertog van Brabant, 2000 pond Leuvens als aflossing van de schuld van Jan I, hertog van Brabant.
- 1296 februari 16
-
Jan II, hertog van Brabant, en Walram, graaf van Gulik, stellen ter beslechting van hun geschillen een aantal scheidslieden aan, onder wie Jan I, heer van Cuijk, en beloven zich te onderwerpen aan hun uitspraak.
- 1295 (april 1-1296 maart 24)
-
Jan II, hertog van Brabant, geeft aan de lieden van Oss, Berghem en Duureind de tussen deze plaatsen gelegen gemeenschappelijke gronden uit tegen een voorlijf van 150 pond Leuvens en een jaarlijkse erfcijns van 40 schelling Leuvens. (Deperditum)
- 1297 (april 12-1298 april 4)
-
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Arnoud Pape van Heeswijk een jaarlijkse erfcijns van 7 schelling en 6 penning Leuvens, gevestigd op goederen te Geldrop van Jan van Haanwijk, burger van 's-Hertogenbosch en echtgenoot van Bata Bicken, verkocht heeft aan Jan.
- 1298 oktober 25
-
Willem, bisschop van Utrecht, oorkondt dat Jan I, hertog van Brabant, en Jan I, heer van Cuijk, hem 1.000 pond zwarte Tournoois en 3.000 pond Brabants hebben betaald van een schuld van 5.000 pond zwarte Tournoois en 4.000 pond Brabants.
- 1300 januari 6
-
Jan II, hertog van Brabant, kent aan de heer van Cuijk honderd pond per jaar toe uit zijn inkomsten te ’s-Hertogenbosch. (Deperditum)
- 1312 oktober 3
-
Jan II, hertog van Brabant, stelt voor zichzelf en voor zijn opvolgers de Brabantse abdijen, waaronder de abdij van Berne, en andere religieuze instellingen vrij van alle lasten, vorderingen, bijdragen en ongebruikelijke diensten, die hij eertijds zonder recht had geëist.