Lijstweergave
- 1230 (december 25) - 1231 september 23
-
Wilbrand (van Oldenburg), bisschop van Utrecht, bevestigt de abdij Mariënweerd in haar bezittingen en rechten, onder meer te Mill en Hal.
- (1210 - 1231)
-
Bartholomeus, abt van Echternach, verkoopt aan de abdij Mariënweerd een allodium te Mill voor één mark, behoudens Alards levenslange recht daarin.
- 1261 september 24
-
Paus Urbanus IV neemt de abdij Mariënweerd in bescherming en bevestigt haar in alle bezittingen en rechten, waaronder de hoven te Mill en Hal.
- 1284 augustus 3
-
Brustijn, schepen en vice-schout van Grave, en schepenen van Grave oorkonden dat Hille, dochter van Gozewijn van Mill, haar roerende en onroerende goederen zeven jaar eerder aan de abdij Mariënweerd heeft geschonken en dat zij deze schenking samen met haar voogd, Jan Neve, inwoner van Mill, hernieuwt.
- 1294 maart 23
-
Gijsbert Gruter, richter, en schepenen van Grave oorkonden dat Daniel van Mill en Hille, zijn echtgenote, al hun roerende en onroerende goederen aan abt en convent van Mariënweerd schenken en dat zij samen met hun zoon Herman plechtig afstand doen.
- 1307 mei 31
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Hille, dochter van Gozewijn van Mill, al haar roerende en onroerende goederen in het land van Cuijk en elders schenkt aan de hof te Mill.
- 1308 april 20
-
Jan I, heer van Cuijk, verklaart dat hij met instemming van zijn echtgenote Jutta, vrouwe van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, en zijn kleinzoon Jan van Cuijk aan de inwoners van de parochies van Beugen, Brakel, Cuijk, Linden, Beers, Mill, Escharen en Grave tegen een jaarlijkse erfcijns van tien pond de gemene gronden schenkt, gelegen tussen het rechtsgebied van de heer van Herpen en Jan Boc van Meer tussen de Maas en de Peel, met uitzondering van enkele weidegronden en bossen.
- 1311 maart 13
-
Jan II, heer van Cuijk, geeft aan abt en convent van Mariënweerd de watermolen te Mill met het water Meerstal en bijbehorende grond tegen een jaarlijkse erfcijns van vijf schelling en verleent hen het recht om de watermolen af te breken en door een windmolen te vervangen.
- (1156 - vóór 1160 juli 25)
-
Hendrik II (van Leez), bisschop van Luik, staat op verzoek van Robert, abt van Mariënweerd, en Godfried (van Rhenen), bisschop van Utrecht, aan de abdij Mariënweerd toe om op het goed Pisla (te Mill) de mis op te dragen en de broeders te begraven, onder voorbehoud van de rechten van de parochiepriester.
- (vóór 24 september) 1166
-
Godfried (van Rhenen), bisschop van Utrecht, bevestigt op verzoek van Robert, abt van Mariënweerd, de abdij in haar bezittingen en rechten, waaronder die te Mill.