Lijstweergave
- 1291 mei 1
-
Jan I, heer van Cuijk, schenkt voor de opvang van de armen in een gasthuis te Grave en de bouw van een altaar aldaar een jaarlijkse rente van twintig pond Leuvens uit zijn cijnzen en tienden te Grave alsmede een jaarlijkse rente van vijf pond van Wellen van Gennep, bestemt vijftien pond daarvan voor het opdragen van de dagelijkse H. Mis op het altaar en wijst de bediening toe aan Hendrik van Grave, zoon van Hubert, priester. Zolang de bouw van het gasthuis niet voltooid is, zal de mis in de parochiekerk te Grave opgedragen worden.
- 1296 mei 2
-
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Hendrik Brokehoven erkend heeft dat hij zijn goederen te Geldrop, gekocht van Arnoud genaamd Nolleken Dicbier, verkocht heeft aan Jan van Haanwijk, burger van 's-Hertogenbosch, echtgenoot van Bata Bicken, en dat hij beloofd heeft Jan in deze goederen te vesten ten overstaan van de geëigende hoven.
- 1301 mei 1
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Hendrik Haec verkoopt aan Jan, zoon van Lidekin, een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling, gevestigd op zijn huis en erf te Grave.
- 1302 oktober 6
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Hendrik, zoon van Hendrik IJzerlap, verkoopt aan Jacob van Haps een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling, gevestigd op zijn woonerf.
- 1306 juli 3
-
Moerbezitters te Zevenbergen, woonachtig binnen de kasselrij van Brugge-ambacht, stellen Hugo Storm en Willem Balling van Oostburg aan om het moer te Zevenbergen uit te baten en te voorzien van spuien en waterlopen en geven hun de bevoegdheid om schot te heffen.
- 1307 september 29
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Heinman Faber verkoopt aan Willem, zoon van Hendrik Haec, ten behoeve van het gasthuis te Grave een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling, gevestigd op zijn woonhuis te Grave
- 1308 april 20
-
Jan I, heer van Cuijk, verklaart dat hij met instemming van zijn echtgenote Jutta, vrouwe van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, en zijn kleinzoon Jan van Cuijk aan de inwoners van de parochies van Beugen, Brakel, Cuijk, Linden, Beers, Mill, Escharen en Grave tegen een jaarlijkse erfcijns van tien pond de gemene gronden schenkt, gelegen tussen het rechtsgebied van de heer van Herpen en Jan Boc van Meer tussen de Maas en de Peel, met uitzondering van enkele weidegronden en bossen.
- 1308 mei 23
-
Jan I, heer van Cuijk, ridder, schenkt met instemming van Theobald (van Bar), bisschop van Luik, het kapittel aldaar, Arnoud (van Bilsen), deken van Cuijk, Hendrik, pastoor van Grave, Jutta, echtgenote van Jan I, heer van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, alsmede Jan van Cuijk, kleinzoon van de heer van Cuijk, ten behoeve van de verheffing van de parochiekerk te Grave tot kapittelkerk met 1 deken en zes kanunniken 58 morgen akkerland bij Tiel, een jaarrente van 21 pond met 35 hoenders binnen Tiel, een rente van drie mud rogge en drie mud haver te Overasselt uit de goederen te Schonenburg, een jaarrente van 40 pond uit de gruit en uit zijn molens te Grave.
- 1311 december 26
-
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Arnoud, zoon van Arnoud Enneken van Houthem, aan Hendrik Heym Ghyseken, een jaarlijkse erfpacht van vijf mud rogge schuldig is uit een erfgoed te Houthem in de parochie Eerschot, te leveren bij de molen van Herlaar. (Deperditum)
- 1312 april 4
-
Agnes, dochter van Hendrik I, landgraaf van Hessen, maakt bekend dat zij op verzoek van Hendrik, zoon van Gillis van Grave, klerk van haar broer Lodewijk, bisschop van Munster, de echte en erkende relieken van de heilige Elizabeth bezorgd heeft bij de kerk te Grave en beveelt deze te laten zien.