U bent hier: Home Database Oorkonden

Lijstweergave

Totaal 300 oorkonden
1236 (maart 29 - 1237 april 18)

De deken van het Sint-Pauluskapittel te Luik stelt, conform het mandaat van de bisschop van Luik d.d. 1235 oktober 23, de inkomsten vast van de pastoors van zeven kerken waarvan het Sint-Bartholomeuskapittel te Luik het presentatierecht bezit en bepaalt dat de kapitteldeken recht heeft op de eerste van de rijkere kerken die vacant komt. Indien eerst een van de minder rijke kerken vacant komt, krijgt hij hiervan zolang een aanvulling van twintig mud spelt op zijn prebende naast zijn feodum te Duizel.

1238 maart 4

Rogier van Hout, ridder, draagt aan de Sint-Michielsabdij te Antwerpen het patronaatsrecht over van de kerk van Minderhout, wijst aan de abdij al zijn goederen en cijnzen in dit gebied toe voor verkoop en bezegelt met het zegel van het kapittel van Sint-Oedenrode.

(1230 maart 10 – 1238 april 1)

Jan II, bisschop van Luik, beveelt Daniel, deken, en meester Reinier, kanunnik van Tongeren, een onderzoek in te stellen naar het kapittel van Kortessem. (Deperditum)

1237 april 18 - 1238 april 3

Otto, deken van het Sint-Pauluskapittel te Luik, meldt aan Jan, bisschop van Luik, dat hij conform diens mandaat d.d. 1235 oktober 23, de inkomsten vastgesteld heeft van de pastoors van de kerken die toebehoren aan het Sint-Bartholomeuskapittel te Luik alsmede de uitbreiding van de dekenale prebende en verzoekt hem deze regeling te bekrachtigen met zijn zegel.

(1238 april 2 – 1238 juli 20)

De deken van de domkerk te Luik geeft na het overlijden van Jan II, bisschop van Luik, opdracht aan Daniel, deken, en meester Reinier, kanunnik van Tongeren, om een onderzoek in te stellen naar het kapittel van Kortessem. (Deperditum)

1238 juli 21

Daniel, deken, en meester Reinier, kanunnik van Tongeren, stellen nieuwe statuten vast voor het kapittel van Kortessem, bevestigen onder meer de schenking van de kerken van Kortessem, Wintershoven, Kuttekoven, Son, Strijp en Nuenen, met hun patronaatsrecht aan het kapittel door Dirk III, heer van Altena, en bepalen de inkomsten van eerdergenoemde kerken.

1240 januari 10

Hendrik II, hertog van Brabant, staat aan zijn zuster Maria, gewezen keizerin, toe om de goederen van de abdij van Sint-Truiden te Aalburg gedurende zeven jaar in pacht te houden en bepaalt dat deze goederen integraal aan de abdij terugvallen indien zij binnen deze periode komt te overlijden.

1240 oktober 9

Dirk III, heer van Altena, geeft aan de kaulieten van Sint-Elisabethsdal te Nunhem het derde deel van de tiend van Maasbree met het patronaatsrecht van de kerk aldaar, zeventien bunder land te Stevensweert, een jaarlijkse cijns van twaalf malder graan, een jaarrente van dertig schelling Keuls uit zijn land te Heel en een halve mark uit de kleine tiend van Maasbree voor kleding, een jaarrente van 30 schelling Keuls uit zijn visrecht te Woudrichem voor de aankoop van wijn en 2000 haringen aldaar, een bunder weiland te Kessenich voor het onderhoud van paarden en zijn aandeel in het patronaatsrecht van de kerken van Waldfeucht en Braunsrath. Tevens wijst hij Sint-Elisabethsdal met alle aangehorigheden toe aan de kaulieten, evenals het gehele bos daar dichtbij gelegen en schenkt hun het eeuwig gebruik van het bos Roghelabroc en Ghesthele, en van de gemene gronden van Buggenum, Nunhem, Roggel en Haelen.

1240 november 8

Willem, heer van Horn, hecht samen met zijn broer Engelbert, ridder, zijn goedkeuring aan de schenkingen van Dirk III, heer van Altena, hun oom, aan het klooster Sint-Elisabethsdal te Nunhem.

1240 oktober 9-30 maart 1241

Robert, bisschop van Luik, neemt het klooster Sint-Elisabethsdal (te Nunhem), gevestigd op het allodium van Dirk III, heer van Altena, onder zijn bescherming en bevestigt de eerder door Dirk gedane schenkingen.

Document acties