Lijstweergave
- 1244 juni 2
-
Jan, deken, aartsdiaken en het kapittel van Sint-Lambert te Luik hechten hun goedkeuring aan de bekrachtiging door Robert, bisschop van Luik, van de statuten van het kapittel van Kortessem en de bepalingen inzake de kerken van Son, Strijp en Nuenen.
- 1244 (april 1 - 1245 april 15)
-
Hendrik III, heer van Cuijk, schenkt aan de abdij Mariënweerd zijn deel in het patronaatsrecht van de kerk van Beesd, dat hij samen met het kapittel van Sint-Marie te Utrecht en de graaf van Gelre heeft.
- 1253 juni 23
-
Gerard, aartsdiaken en waarnemer van Hugo, bisschop-elect van Luik, en meester Reinier, kanunniken van Tongeren, vaardigen op verzoek van Hugo, kardinaal-priester van Sancta Sabina, apostolisch legaat, naar aanleiding van hun visitatie een aantal statuten uit voor het kapittel van Kortessem en bepalen onder meer dat het gebrek aan boeken zo snel mogelijk moet worden opgeheven door het jaarinkomen van een overleden kanunnik gedurende een jaar voor de helft te besteden aan boeken en kerkelijke versierselen, zoals eerder vastgelegd door Willem I, (heer) van Altena en Horn, patroon van de kerk van Kortessem.
- 1260 (april 2 - vóór eind mei 1260)
-
Jan I, heer van Cuijk, vidimeert en bevestigt de schenking door zijn vader Hendrik III, heer van Cuijk, van diens aandeel in het patronaatsrecht van Beesd aan de abdij Mariënweerd.
- 1278 april 22
-
Hendrik, pastoor van Mierlo, vraagt aan Jan, bisschop van Luik, om de regeling te bekrachtigen die wijlen Reinier, scholaster van Tongeren en provisor van Hendrik III, bisschop van Luik, getroffen heeft in het conflict tussen het klooster Binderen en Hendrik, rector van de kerk van Mierlo, zijn voorganger, inzake de novale tienden en andere rechten.
- 1291 mei 1
-
Jan I, heer van Cuijk, schenkt voor de opvang van de armen in een gasthuis te Grave en de bouw van een altaar aldaar een jaarlijkse rente van twintig pond Leuvens uit zijn cijnzen en tienden te Grave alsmede een jaarlijkse rente van vijf pond van Wellen van Gennep, bestemt vijftien pond daarvan voor het opdragen van de dagelijkse H. Mis op het altaar en wijst de bediening toe aan Hendrik van Grave, zoon van Hubert, priester. Zolang de bouw van het gasthuis niet voltooid is, zal de mis in de parochiekerk te Grave opgedragen worden.
- 1291 oktober 1
-
Jan I, heer van Cuijk, verzoekt Jan, bisschop van Luik, om zijn goedkeuring te hechten aan de stichting van het gasthuis en het altaar te Grave, zoals vastgelegd in een oorkonde d.d. 1291.05.01.
- 1294 juni 17
-
Gerard (van Nassau), aartsdiaken van Luik, bevestigt de bekrachtiging door Robert, bisschop van Luik, alsmede de bevestiging door het kapittel van Luik van de statuten van het kapittel van Kortessem en de bepalingen inzake de pastoors van de kerken van Kortessem, Wintershoven, Kuttekoven, Strijp, Son en Nuenen.
- 1308 mei 15
-
Jan I, heer van Cuijk, oorkondt dat hij aan deken en kapittel te Grave ten behoeve van de door hem nieuw gestichte prebenden 58 morgen akkerland te Tiel, een jaarrente van 21 pond met 35 hoenders binnen Tiel, een rente van drie mud rogge en drie mud haver te Overasselt uit de goederen van Schonenburg en een jaarrente van 40 pond zwarte Tournoois uit zijn molens en de gruit te Grave schenkt, en dat de jaarrente van 40 pond uit de eerste betaling uit de molens en de gruit zal geschieden. Tevens draagt hij het benoemingsrecht van de kosterij en de scholen te Grave over aan deken en kapittel. Zijn zoon Jan, proost van Maastricht en Leuven, en zijn kleinzoon Jan van Cuijk bezegelen mede.
- 1308 mei 23
-
Jan I, heer van Cuijk, ridder, schenkt met instemming van Theobald (van Bar), bisschop van Luik, het kapittel aldaar, Arnoud (van Bilsen), deken van Cuijk, Hendrik, pastoor van Grave, Jutta, echtgenote van Jan I, heer van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, alsmede Jan van Cuijk, kleinzoon van de heer van Cuijk, ten behoeve van de verheffing van de parochiekerk te Grave tot kapittelkerk met 1 deken en zes kanunniken 58 morgen akkerland bij Tiel, een jaarrente van 21 pond met 35 hoenders binnen Tiel, een rente van drie mud rogge en drie mud haver te Overasselt uit de goederen te Schonenburg, een jaarrente van 40 pond uit de gruit en uit zijn molens te Grave.