U bent hier: Home Database Oorkonden

nr. 1200.11.03 of kort daarna
(1200 november 3 of kort daarna)

Beoorkond wordt de overeenkomst tussen Hendrik I, hertog van Brabant, en Dirk VII, graaf van Holland, inzake de rechten van hun wederzijdse kooplieden.

Originelen

A1. Brussel, ARA, toegangsnr. I 282, archief Charters van Brabant, inv. nr. 8, chirograafgedeelte bestemd voor de hertog van Brabant. Beschadigd met licht tekstverlies. Voor een nadere beschrijving, zie Koch, OHZ I, nr. 245.

Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 13e-/14e-eeuwse hand: Copiata est, quod [***]. – 2o door 14e-eeuwse hand: VIII. – 3o door 14e-eeuwse hand: d d mercatores Brabantie cum debito et primo statuto theloneo per terram et aquas comitis Hollandie transire et quod alter alterum non poterit pannare. – 4o door 14e-/15e-eeuwse hand: XI.

Bezegeling: [SD1] uithangend bevestigd, maar verloren zegel, restant van groene en rode zijden draden.

[A2]. Niet voorhanden, chirograafgedeelte bestemd voor de graaf van Holland.

Uitgaven

a. Koch, OHZ I, 412-414, nr. 245, naar A1 en een veertiende-eeuwse Middelnederlandse vertaling; zie verder aldaar. – b. Diplomata Belgica, nr. 5622 (met afbeelding), naar uitgave bij Obreen, Onuitgegeven oorkonden, 481-482 (geraadpleegd 22 maart 2016).

Regesten

Zie Kruisheer, Oorkonden graven van Holland, 250, nr. 33.

Ontstaan en samenhang

Onderhavige oorkonde is een nadere uitwerking van een bepaling uit het verdrag d.d. 1200.11.03, zie Van Synghel, DONB, nr. 1200.11.03. Volgens Koch, OHZ I, 409, zijn beide oorkonden opgesteld door een notarius van de aartsbisschop van Keulen, met wie de hertog tevoren over het verdrag overleg had gepleegd.

Datering

Koch, OHZ I, 413-414, heeft beargumenteerd dat onderhavige oorkonde, die niet is gedateerd, op dezelfde dag of kort na het verdrag tussen de hertog van Brabant en de graaf van Holland d.d. 3 november 1200 moet zijn uitgevaardigd.

Afbeelding 11200.11.03ofkortdaarnavoorzijde
Afbeelding 21200.11.03ofkortdaarnaachterzijde
Volledig scherm

In nomine sancte et individue Trinitatisa.

Sciant omnes tam presentes quam futuri pagine presentis inspectores, de mercatoribus Henrici, ducis Lotharingie, et Theoderici, comitis Hollandie, inter [e]os esse condictum et inviolabiliter observandum quod mercatores ducis eiusdem, transeuntes per terram predicti comitis, transibunt cum eodem theloneo tam in aquis quam in terris, quo thelonea fuerunt in principio constitutionis sue statuta. Mercatores vero comitis per terram ducis transeuntes, tam in terris quam in aquis per omnia predicto modo transibunt. Item firmiter statutum estb inter eos quod si quis de terra comitis credit pecuniam suam homini de terra ducis, non potest nec debet vadium pro ea accipere, nisi prius illum conveniat in oppido vel in loco in quo manet, et si iusticia loci fuerit ipsi denegata, vadium accipere potest et non alias, nisi super homines eiusdem loci vel oppidi, ubi iusticia ei fuerit negata. Simili modo observabitur per omnia, si homines ducis hominibus comitis suam crediderint pecuniamc.

a
geoblongeerd A1.
b
bovengeschreven door schrijfhand A1.
c
hierna sluitingsteken A1.

Document acties