Godfried II, graaf van Arnsberg, hernieuwt de schenking door hem en zijn broer Hendrik aan de abdij Mariënweerd van een halve hoeve te Hal en de helft van het bos dat zij bezitten met Hendrik, heer van Cuijk.
[A]. Niet voorhanden.
[B]. (vóór 23 mei 1265), niet voorhanden, maar bekend uit een vidimus voor de abdij Mariënweerd d.d. 23 mei 1265, waar een verwijzing staat naar een cartularium: ut supra in isto eodem folio, alsmede uit een vidimus d.d. 1302.05.18: litterarum seriem infrascriptam religiosorum virorum .. abbatis et .. conventus monasterii Beate Marie in Insula, ordinis Premonstratensis, antiquo registro quorundam suorum privilegiorum insertam vidimus. − C. 1346, Brussel, KB, hs. nr. 17904-6 (= cartularium van Mariënweerd), fol. 75r (oude folio 62r), onder het opschrift: Halle, en de rubriek: De eadem donatione predicta, mogelijk naar [B].
a. De Fremery, Cartularium Mariënweerd, 39-40, nr. 55, naar C.
Niet voorhanden.
Onderhavige oorkonde is een hernieuwing van de schenkingsoorkonde uit 1210, zie Van Synghel, DONB, nr. 1210.12.31(na 1184.12.31). Deze renovatio is uitgevaardigd omdat het origineel door nalatigheid was vergaan. Voor een bevestiging van de schenkingsoorkonde door Albert, heer van Cuijk, zie Idem, DONB, nr. 1226.12.24(na 1225.12.24).
Ego Godefridus, Dei gratia comes in Arnesbergh, notum omnibus esse cupio tam presentibus quam futuris presens scriptum inspecturis quod ego et frater meus dominus Henricus, bone memorie, ecclesie in Insula Sancte Marie in elemosinam contulimus dimidium mansum in Halle et dimidiam partem nemoris quod nos commune cum nobili viro Henrico, bone memorie cognato nostro, domino de Kuyc, habebamus, ita quod dicta ecclesia cum omni iure quod nos in dictis bonis tam in pascuis quam in aliis quibusque proventibus habuimus, prescripta bona libere in perpetuum possideat. Et quia scriptum quod ego et prefatus frater meus super hoc prefate ecclesie dederamus per negligentiam corruptum est, ego presenti scripto factum hoc utile duxi renovare, subscriptis eisdem testibus qui fuerunt in priori carta annotati.
Testes autem fuerunt viri religiosi: dominus Hermannus, abbas de Kappenbergh, Hermannus in Sceithen, Arnoldus in Wedinchuse, abbates, Wilhelmus, prior in Sosato, Arnoldus, prior in Rumbege, Premonstratensis ordinis, Iacobus, plebanus in Werle, aliique quamplures.
Datum anno Domini M CC XXXIII, XII kalendas iulii.
- Godfried II, graaf van Arnsberg
- •
- Hendrik, broer van Godfried II, graaf van Arnsberg
- •
- abdij Mariënweerd
- •
- Hal
- •
- Hendrik, heer van Cuijk
- •
- Herman, abt van Kappenberg
- •
- Herman, abt van Meschschede
- •
- Arnoud, abt van Wedinghausen
- •
- Willem, prior van Soest
- •
- Arnoud, prior van de abdij Rumbeck
- •
- Jacob, pastoor van Werl