Keizer Frederik II beveelt Hendrik I, hertog van Brabant, om de kerk van Berne, waarvan hij als keizer de voogdij bezit, te beschermen.
[A]. Niet voorhanden, blijkens afschrift C in 1647 nog uithangend bezegeld met een zegel van keizer Frederik II in witte was aan een rood-groen zijden koord.
B. begin 17e eeuw, Bernheze, Abdij van Berne, abdijarchief, inv. nr. IIC2a, eenvoudig los afschrift op papier, mogelijk naar [A]. – C. 1647 november 22, ibidem, idem, inv. nr. IIC2b, vidimus door schepenen en raden van Brussel, naar [A].
De combinatie van het achtste indictiejaar en het keizerschap van Frederik II leidt tot een datering van onderhavige oorkonde in het jaar 1235.
Fredericus, Dei gratia Romanorum imperator, semper augustus, Jherusalem et Sicilie rex, Henrico, duci Brabantie, dilecto consanguineo et principi suo, gratiam suam et omne bonum.
Cum advocatia ecclesie de Berna specialiter ad excellentiam nostram spectet et nos eius defensioni, sicut omnium ecclesiarum iura tuemur, intendere teneamur, prudentie tue monendo mandamus quatinus ecclesiam ipsam in omnibus bonis suis que iuste tenet et possidet ab omnibus qui eam aliquatenus contra iustitiam offendere vel molestare presumpserint, authoritate nostra, prout utilius videris, provide tuearis, non sustinens quod aliquis temerarius pacis transgressor ecclesiam supradictam in aliqua bonorum suorum parte per violentiam opprimat aut offendat, ut proinde tuam devotionem merito commendemus.
Datum Wormatie, decima septima iulii, octava indictione.