Rooms-koning Willem gelast de onderhorigen op de goederen van de abdij van Sint-Truiden te Aalburg en de aangrenzende dorpen gehoorzaamheid aan de abt van Sint-Truiden, aan wie hij de inning van de inkomsten van de voogdij heeft overgedragen.
[A]. Niet voorhanden.
B. uiterlijk 1272, Hasselt, RA, toegangsnr. 717, archief abdij van Sint-Truiden, inv. nr. 20 (voorheen inv. nr. 6678/5), cartularium A, p. 145, onder de rubriek: De advocat[ia] de Alburgh, naar [A].
a. Kruisheer, OHZ II, 494, nr. 844, naar B. Zie verder aldaar.
Zie Kruisheer, OHZ II, nr. 844. – Grauwels, Regestenlijst, [z.p.], nr. 240.
Voor de aankondiging van dit mandaat, zie Van Synghel, DONB, nr. 1250.03.15a.
Het jaar van uitvaardiging volgt uit het indictiecijfer acht. Het gebruik van de jaardagstijl is aangenomen, zie Kruisheer, OHZ II, 493, nr. 843.
Willelmus, Dei gratia Romanorum rex semper augustus, hominibus de Alborch et de villis adiacentibus Sancti Trudonis, fidelibus suis, gratiam suam et omne bonum.
Cum ius advocatie villarum vestrarum nobis attineat pleno iure, nos exhibitionem dicte advocatie committimus abbati Sancti Trudonis, fideli nostro, ut iura nostra recipiat et requirat a vobis, mandantes vobis ut tanquam advocato in omnibus obediatis eidem.
Datum apud Antwerpiam, idus martii, indictione VIIIa.