Rooms-koning Willem, graaf van Holland, beleent Willem, abt van Sint-Truiden, en diens opvolgers met de voogdij over de goederen en de lieden van de abdij te Aalburg en de aangrenzende dorpen, met de bepaling dat zij dat leen zullen verheffen voor één mark zilver. Tevens belooft hij de abdij en haar onderhorigen in bescherming te nemen.
A. Hasselt, RA, toegangsnr. 715, archief abdij van Sint-Truiden, inv. nr. 241. Voor een beschrijving zie Kruisheer, OHZ II, 524-529, nr. 859. Gelinieerd met blinde naald.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 13e-eeuwse hand: De Alburg, Alburg. – 2o door 14e-eeuwse hand: F. IIIIa. – 3o door 14e-eeuwse hand?: I. – 4o door 15e-eeuwse hand: De feudo in Hol[l]andia ad causam advocatie regis Guillelmi anno Domini Mo CCo quinquagesimo, XIXo maii Bruxelle.
Bezegeling: S1 uithangend bevestigd zegel van rooms-koning Willem, graaf van Holland, beschadigd, van bruine was.
Zie Kruisheer, OHZ II, 524-529, nr. 859.
a. Kruisheer, OHZ II, 524-529, nr. 859, naar A, afschriften en Middelnederlandse vertalingen. Zie verder aldaar.
Zie Kruisheer, OHZ II, nr. 859. – Grauwels, Regestenlijst, [z.p.], nr. 241.
Deze oorkonde is opgesteld en geschreven door een lid van de koninklijke kanselarij, zie Kruisheer, OHZ II, 527, nr. 859. De verlening van de bescherming is een herhaling van de oorkonde uitgevaardigd op 15 maart 1250, zie Van Synghel, DONB, nr. 1250.03.15a. De tekstdelen die aan deze vooroorkonde zijn ontleend, staan in een kleiner lettertype. Gewijzigde woordvolgorde is niet aangegeven. Waar één of meer woorden niet overgenomen zijn in de naoorkonde, is een asterisk gebruikt. Onderhavige oorkonde is herhaald met een getuigenlijst op 9 juni 1250. Deze oorkonde kan als een naoorkonde worden beschouwd, zie Idem, nr. 1250.06.09.
Voor een vidimus van onderhavige oorkonde, zie Idem, nr. 1308.03.22.
Willelmusa, Dei gratia Romanorum rex semper augustus et comes Hollandie, universis presens scriptum visuris imperii fidelibus gratiam suam et omne bonum.
Cupientes ex liberalitate regia virum religiosum Willelmum, Dei gratia abbatem Sancti Trudonis, dilectum capellanum nostrum, favore prosequi speciali et ipsius ecclesie precavere dispendiis et iacturis, notum facimus universis quod nos advocatiam nostram de bonis et hominibus ecclesie Sancti Trudonis in Alburgh et in* villis* adiacentibus, que ad nos ratione comitatus Hollandie pleno iure noscitur pertinere, predicto abbati et suis successoribus iure feodali concessimus hereditarie ac perpetuo possidendam, ita quod abbates predicte ecclesie qui pro tempore sunt futuri homagium et fidelitatem nobis et successoribus nostris comitibus Hollandie facere et pro requisitione sive relevatione predicti feodi unam marcam argenti et non ampliu[s]b persolvere tenebuntur. Adicimus etiam si predictam ecclesiam Sancti Trudonis aut homines ipsius super dicta advocat[i]ac aut bonis ad ipsam pertinentibus a quocumque contigerit molestari et abbas predicte ecclesie ad nos et successores nostros recursum habuerit, nos dictam ecclesiam ac homines ipsius ab omni violentia et iniuria defendemus ut semper protectione nostra gaudeant speciali nec molestatione aliqua pertubentur.
Ut autem huiusmodi concessio robur obtineat firmitatis, presens scriptum sigilli nostri munimine fecimus roborari.
Datum* Bruxellie, XIIII kalendas iunii, indictione VIII, anno Domini millesimo CCo quinquagesimod.