Rooms-koning Willem, graaf van Holland, beleent Willem, abt van Sint-Truiden, en diens opvolgers voor altijd met de voogdij van de goederen en de lieden van de abdij in en om Aalburg, met de bepaling dat zij dat leen zullen verheffen voor 1 mark zilver, en zegt de abdij en haar onderhorigen bescherming toe tegen allen die hun schade mochten toebrengen.
A. Hasselt, RA, toegangsnr. 715, archief abdij van Sint-Truiden, inv. nr. 271. Tekstverlies door slijtage.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 13e-eeuwse hand: De advocatia de Alburg. – Alburg. – 2o door 14e-eeuwse hand: Item F. IIIIa. – 3o door 14e/15e-eeuwse hand: 1255.
Bezegeling: S1 uithangend bevestigd zegel aan rode zijden streng van rooms-koning Willem, fragment, van witte was.
B. uiterlijk 1272, Ibidem, toegangsnr. 717, archief abdij van Sint-Truiden, inv. nr. 20 (voorheen inv. nr. 6678/5), cartularium A, p. 146, onder de rubriek: [De adv]ocatia de Alburgh, naar A.
a. Kruisheer, OHZ II, 532-533, nr. 862, naar A. Zie verder aldaar.
Zie Kruisheer, OHZ II, nr. 862.
Onderhavige oorkonde is een herhaling van de uitvaardiging op 19 mei 1250, zie Van Synghel.
De tekstdelen die aan de vooroorkonde d.d. 19 mei 1250 zijn ontleend, staan in een kleiner lettertype. Gewijzigde woordvolgorde is niet aangegeven. Waar één of meer woorden niet overgenomen zijn in de naoorkonde, is een asterisk gebruikt.
De lacunes in A zijn aangevuld naar B.
Willelmus, Dei gratia Romanorum rex semper augustus et comes Hollandie, universis presens scriptum visuris imperii fidelibus gratiam suam et omne bonum.
Cup[ien]tes ex liberalitate regia virum religiosum Willelmum, Dei gratia abbatem Sancti Trudonis, dilectum capellanum nostrum, favore prosequi speciali et ipsius ecclesie precavere dispendiis et iacturis notum facimus universis quod nos advocatiam nostram de bonis et hominibus ecclesie Sancti Trudonis in Alburgh et in* villis* adiacentibus, que ad nos ratione comitatus Hollandie ple[n]o i[u]re noscitur pertinere, cum suis pertinentiis predicto abbati et suis successoribus iure feodali concessimus hereditarie ac perpetuo ac libere possidendam, [ita] quod abbates predicte ecclesie qui pro tempore sunt futuri homagium et fidelitatem nobis et successoribus nostris comitibus Hollandie facere et pro [r]equisitione sive relevatione predicti feodi unam marcam argenti et non ampliu[s]a persolvere tenebuntur. Adicimus etiam si predictam ecclesiam Sancti [Tru]donis aut homines ipsius super dicta advocat[i]ab aut bonis ad ipsam pertinentibus a quocumque contigerit molestari et abbas predicte ecclesie ad nos et successores nostros recursum habuerit, nos dictam ecclesiam ac homines ipsius ab omni violentia et iniuria defendemus ut semper protectione nostra gaudeant speciali nec molestatione aliqua pertubentur.
Ut autem huiusmodi concessio robur [o]btineat firmitatis, presens scriptum sigilli nostri munimine fecimus roborari.
Testes hii sunt: nobiles viri Arnoldus de Diest, Willelmus de Brederode, Giselbertus de Amestelle, Gerhardus, frater suus, magister Arnoldus, prothonotarius, et quamplures alii.
Datum apud Aquis, anno Domini Mo CCo quinquagesimo, quinto idus iunii, indictione octava.
- Willem II, graaf van Holland, rooms-koning
- •
- Willem, abt van Sint-Truiden
- •
- onderhorigen van Aalburg
- •
- graafschap Holland
- •
- graven van Holland
- •
- kerk van Sint-Trudo te Aalburg
- •
- abdij van Sint-Truiden
- •
- Arnoud van Diest
- •
- Willem van Brederode
- •
- Gijsbert van Amstel
- •
- Gerard, broer van Gijsbert van Amstel
- •
- meester Arnoud, protonotarius van Willem II
- •
- Aken