Schout en schepenen van Grave oorkonden dat abt en convent van Mariënweerd aan Udo van Loen dertig schelling Leuvens geven in ruil voor de kwijtschelding van tien cijnspenningen die zij aan hem verschuldigd zijn uit goederen te Hal en alle recht dat Udo ten aanzien van hun klooster heeft
[A]. Niet voorhanden.
[B]. (vóór 23 mei 1265), niet voorhanden, maar bekend uit een vidimus voor de abdij Mariënweerd d.d. 23 mei 1265, waar een verwijzing staat naar een cartularium: alsmede uit een vidimus d.d. 1302.05.18: litterarum seriem infrascriptam religiosorum virorum .. abbatis et .. conventus monasterii Beate Marie in Insula, ordinis Premonstratensis, antiquo registro quorundam suorum privilegiorum insertam vidimus. − C. 1346, Brussel, KB, hs. nr. 17904-17906 (= cartularium van Mariënweerd), fol. 75r (oude folio 62r) onder het opschrift: Halle, en onder de rubriek: De quodam conventione super quibusdam bonis in Halle, mogelijk naar [A].
a. De Fremery, Cartularium Mariënweerd, 53-54, nr. 70, naar C (gedateerd 1254).
Niet voorhanden.
Het gebruik van de paasstijl is verondersteld, een andere jaarstijl is echter niet uitgesloten.
Universis presentem paginam inspecturis, scultetus et scabini de Graue salutem in vero salutari.
Que geruntur in tempore de facili cum tempore evanescunt, nisi voce testium vel scripti memoria recipiant firmamentum.
Tenore igitur presentium protestamur quod coram nobis talis est conventio celebrata quod videlicet abbas et conventus ecclesie Sancte Marie de Insula dederunt Vdoni de Loen XXX solidos Louanienses pro eo quod a X denariis censualibus quos eidem annuatim solvere tenebantur de bonis, sitis apud Halle et ab omni iure quod idem Vdo in eorum monasterio dicerenta se habere, essent in perpetuum absoluti.
Acta sunt hec anno Domini M CCL quarto, presentibus domino Rutghero de Herpen, Gosuino, dapifero de Rothem, Rutghero de Bomele, Henrico de Haren.
Ne igitur super hiis in posterum dubietas oriatur, presentem paginam sigilli nostri et aliorum mumimine duximus roborandam.