Floris, ruwaard van Holland, bericht Frank van Kralingen, baljuw van Zuidholland, en diens opvolgers dat hij het door rooms-koning Willem ingestelde privilege van de op maandag te houden weekmarkt te Geertruidenberg vernieuwt, onder vaststelling van boeten op het overtreden van het marktrecht. (Deperditum)
Origineel, afschrift noch uitgave voorhanden.
Deze oorkonde is bekend uit een zestiende-eeuwse vertaling, zie hieronder.
B. 1558, Tilburg, Regionaal Archief Tilburg, toegangsnr. 2600, archief stadsbestuur Geertruidenberg, 1355-1810, inv. nr. 6 = Die hantvesten ende koeren der stede van Sinte Geertruydenberghe, gescreven anno XVC ende LVIII, fol. 10r-v.
a. Kruisheer, OHZ III, 151, nr. 1154, naar B. Zie verder aldaar.
Zie Kruisheer, OHZ III, 151, nr. 1154.
Deze oorkonde is een vernieuwing van de verloren gegane oorkonde van rooms-koning Willem, zie Van Synghel, DONB, nr. 1256.01.28(na 1247.10.02).
Floris, verwaerder van Hollandt, voerscriveta gruet Vrancken van Cralinghen, bailiuwe van Zuijthollandt, off eenen ijeghelijcken bailiu dair tot alder tijt wesende off allen menschen die dit tegenwordighe scrift geboiren sal te sien oft te horen.
Want ons heer ende brueder heer Willem saliger gedachten, waelgeboren coninck vanb Hollandtc, met sijnen raide geordineert had ende ingeset dat men weeckmerct alle maendaghe houden sal tot Sinte Geertruijdenberge, wair opd hij den poirteren der voirs. Sinte Gertruijdenberge sijn open brieven gegeven hadde, wairom wij sijn ordinantie ende wercken in alle dinghen willen vernieuwen ende gebieden elcken ende alle menschen datten naesten maendage na desen tegenwordighe vercundige oft openbaringhe gesciet dese voirs. mercten tot Sinte Gertruijdenberge van allen coper ende vercooper hebbende wil te copen oft vercopen sallen begonnen worden te houden ende voirtaen ewelick van weke tot weke alle maendaghen sullen worden gehouden; ende soe wie van den voirseijden poirteren ijet vercofte binnen der voirnoemder stadt anders dan in sijnen stal des manedages, wtgenomen dat men eeten mach, ende dair aff overtuijget waer met wittigen poirters, die sal verboeren C scelling Hollandts; voirt meer soe wie wonende in Zuijthollandt van der noortsijdere van der rivieren geheeten Merwen ende Wael, ende een levende dier vercoften anders dan in de voirseijde merct ende dair aff verwonnen wair, die sal C scellinck verboeren, mer wat coopman binnen der stadt voirs. wonende oft een ander coopman, van wair hij quaem, ende een levende dier binnen Zuijthollandt coft anders dan binnen der voirseijder merct ende dair off wittelijck verwonnen wair, die sal dat dier verliesen oft verboeren.
In welcx getuijgenis wij onsen zegel desen tegenwoirdighen letteren aengehanghen hebben.
Gegeven ende gesciet int iair ons Heeren M CC LVII, des vrijdaechs na meijdach.