Floris V, graaf van Holland, gelast Willem van Strijen de abdij Ter Doest in het ongestoorde bezit te laten van het goed Heiligenberg dat destijds door Willems voorgangers aan de abdij was geschonken.
A. Brugge, Groot Seminarie, archief Ten Duinen-Ter Doest, charter nr. 358.
Aantekening op de voorzijde van de zegelstaart: 1o door schrijfhand: De Sancto Monte.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: Littera Florentii, comitis Hollandie ad Willelmum de Strena ut libere nos gaudere permittat privilegiis nostris ab antecessoribus suis nobis indultis de Monte Sancto, M CC LXXVI, Magdalene. – 2o door andere 14e-eeuwse hand: [Flor]entii, comitis Hollandie, [ad domi]num Willelmum de Strena ut libere nos [permit]tat gaudere de privilegiis nostris [indulti]s a predecessoribus suis, de Monte Sancto (bij alle lacunes tussen vierkante haken is de tekst geradeerd A). – 3o door 14e-/15e-eeuwse hand: P. XCI .
Bezegeling: S1 afhangend bevestigd zegel van Floris V, graaf van Holland, licht beschadigd, van bruine was.
a. Kruisheer, OHZ III, 861-862, nr. 1743, naar A. Zie verder aldaar.
Zie Kruisheer, OHZ III, 861-862, nr. 1743.
Voor de in onderhavige oorkonde genoemde schenkingen, zie Van Synghel, DONB, nrs. 1189.04(na 1177), 1243.04.10(na 1242.04.17) en 1244.04.26a. Voor de uitspraken in het geschil tussen de abdij Ter Doest en Willem van Strijen over het goed Heiligenberg, zie Van Synghel, DONB, nrs. 1277.03.17 en 1295.01.15, alsmede de belofte tot handhaving van de uitspraak, zie Idem, DONB, nr. 1297.06.28.
Onderhavige oorkonde is geschreven en geredigeerd door de abdij Ter Doest, zie Kruisheer, OHZ III, 861-862, nr. 1743. Deze oorkonde is de naoorkonde van Van Synghel, DONB, nr. 1243.04.10(na 1242.04.17) en indirect van Idem, DONB, nr. 1244.04.26a. De tekstdelen die aan deze vooroorkonde zijn ontleend, staan in een kleiner lettertype. Gewijzigde woordvolgorde is niet aangegeven. Waar één of meer woorden niet overgenomen zijn in de naoorkonde, is een asterisk gebruikt.
Florencius, comes Hollandie, dilecto ac fideli suo Willelmo* de Strena salutem in Domino sempiternam.
Cum pie memorie predecessores vestri ecclesie beate Marie de Thosan in remedium animarum suarum fundum qui Sanctus Mons dicitur* et totam terram ac solitudinem ac moer ad ipsum Montem spectantem* cum omni dominio, offitio,* decimatione, piscaria ac omni iure quod in ipso habuerunt vel habere potuerunt,* in puram elemosinam perpetuo contulerint libere possidendum,* quod per ins[t]rumentaa ac privilegia predecessorum vestrorum pariter et nostrorum super hiis confecta ac dicte ecclesie in robur perfateb donationis collata, manifesta et oculata fide comperimus et inspeximus, et vos prefatam ecclesiam propria possessione gaudere non permittitis sed repellitis minus iuste, dilectionem ac discretionem vestram presentibus duximus commonendam quatinus Deum pre oculis cordis habentes et predecessorum vestrorum bone voluntati consensum prebentes ab inordinato ac minus iusto proposito vestro desistatis et non solum predictam ecclesiam propria possessione gaudere libere permittatis, sed ut etiam sua recuperet ab iniuste possidentibus fideliter assistatis, tantum inde facientes ut Dominus vobis in eternum retribuat et dicta ecclesia preces nostras sibi sentiat profuisse.
Datum anno Domini millesimo ducentesimo septuagesimo sexto, in crastino beate Marie Magdalenec.