U bent hier: Home Database Oorkonden

nr. 1278.04.22
1278 april 22

Hendrik, pastoor van Mierlo, vraagt aan Jan, bisschop van Luik, om de regeling te bekrachtigen die wijlen Reinier, scholaster van Tongeren en provisor van Hendrik III, bisschop van Luik, getroffen heeft in het conflict tussen het klooster Binderen en Hendrik, rector van de kerk van Mierlo, zijn voorganger, inzake de novale tienden en andere rechten.

Origineel

[A]. Niet voorhanden, blijkens C in 1664 bezegeld met twee uithangende zegels.

Afschrift

[B]. 1664, notarieel afschrift door D. Wijtvelt, naar [A]. – C. 28 september 1694, Maastricht, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 16.1109, archief familie Van Scherpenzeel Heusch, inv. nr. 720, authentiek afschrift ten behoeve van een proces door Philip van Delden, notaris residerend in Den Haag, naar [B].

Uitgave

Niet eerder uitgegeven.

Regest

Venner, Inventaris, 217, nr. 2.

Samenhang

De in de dispositio genoemde regeling is de uitspraak door Reinier, scholaster van Tongeren en provisor van Hendrik III, bisschop van Luik, in het geschil tusssen het klooster Binderen en Hendrik, pastoor van Mierlo, voorganger van de onderhavige oorkonder, d.d. 7 november 1263. Hierin werden de novale tienden te Mierlo toegewezen aan de pastoor en de smaltienden aan het klooster. Voor deze oorkonde, zie ONB I, nr. 292.

Afbeelding 11278.04.22
Volledig scherm

Reverendo patri ac domino Iohanni, Dei gratia Leodiensi episcopo, Henricus, investitutisa in ecclesia de Mirla, humilem et debitam obedientiam in Domino cum salute.

Cum nos ordinationem factam per virum discretum magistrum Reinerum, quondam ecclesie Tongarensisb scholasticum et venerabilemc virum dominum Henricum, quondam Leod[i]ensem episcopumd in spiritualibus provisorem, inter abbatissam et conventume Loco imperatricis prope Helmont, Cisterciensis ordinis, Leodiensis dicocesis ex una parte et Henricum, quondam predictum rectorem ecclesie, nostrum predecessorem, super decimis novalium et quibusdam aliis rebus eidem conventui a domino de Merla in elimosinamf assignatis de quibus retroactis temporibus inter dictas partes aliquando controversia seu questio vertebatur, rata[m] ac gratam hucusque habuerimus et diebus vite nostre habere intendamus, vestram paternitatem reverendam humiliter duximus exorandam quatenus predictam ordinationem pietatis intuitu et ob dicti conventus pacem et concordiam autoritate pontificali ratificare dignemini nec non confirmare, cum per dictam confirmationem ecclesia predicta in suo iure non ledatur sed omnis discordie seu controversie quoad nostros successores materi[a] sopiatur.

Ut autem tenori scripti presentis vestra benigna paternitas fiduciam dignetur adhibere pleniorem, sigillum viri discreti magistri W., decani consilii de Wusele, unacum sigillo nostro presentibus procurabimus opponi.g

Datum anno Domini Mo CCo LXXo octavo, feria sexta infra octavas Pasche.

a
aldus C, lees investitus.
b
aldus C, lees Tungrensis.
c
aldus C, lees venerabili viri domini Henrici, quondam Leod[i]ensis episcopi.
d
aldus C, lees venerabili viri domini Henrici, quondam Leod[i]ensis episcopi.
e
hierna ontbreekt de C.
f
aldus C, lees elemosinam.
g
aldus B, lees apponi.

Document acties