Schepenen van Grave oorkonden dat Gijsbert Drent, priester, van Bruist, burger van Grave, ten behoeve van zijn kinderen een jaarlijkse erfcijns van zes schelling en acht penning Leuvens verworven heeft, rustend op erfgoed te Grave.
A. Grave, Verzorgingshuis Maaszicht, archief Sint-Catharinagasthuis Grave, inv. nr. 1961.
Aantekening op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: Graue. – 2o door 14e-eeuwse hand: Graue. – door 16e-eeuwse hand: sex solidos et octo denarios.
Bezegeling: S1 afhangend bevestigd zegel van Gijsbert Rutgersz., schepen van Grave, beschadigd, randschrift rechts onder afgebroken, van groene was. – S2 afhangend bevestigd zegel van Alexander, schepen van Grave, nagenoeg gaaf, randschrift licht afgesleten, van groene was.
Nos Giselbertus filius Rutgeri et Alexander, scabini in Grauia, protestamur quod dominus Giselbertus dictus Drent, presbiter, coram nobis constitutus erga Brustenum, nostrum coopidanum, sex solidos et octo denarios censuales Louanienses legitime ad opus puerorum suorum singulis annis ad festum beati Remigii persolvendos in domo sua sive in hereditate ubicumque infra opidum nostrum de Grauia sita hereditarie et perpetualiter comparavit. Sed si ipsos pueros predictos priusquam ipsum dominum Giselbertum predictum mori contigerit, tunc ipse dominus Giselbertus predictus cum predictis sex solidis et octo denariis censualibus suam faciet liberam voluntatem, presentium nostrarum testimonio litterarum.
Datum anno Domini Mo CCo nonagesimo primo, festo Remigii prenotatoa.