Schepenen van Heusden oorkonden dat Dirk van Gelre met de abdij van Berne drie en een halve hond land ruilt tegen vier hond en dat zij de dijken en sloten zullen onderhouden zoals voor de ruil.
A. Bernheze, Abdij van Berne, abdijarchief, inv. nr. IIK5.
Aantekening op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: Theodericus de Ghelre.
Bezegeling: S1 afhangend bevestigd zegel van Arnoud van Wijk, schepen van Heusden, zwaar beschadigd, van bruine was. – S2 afhangend bevestigd zegel van Rebold Carnifex, schepen van Heusden, zwaar beschadigd, van bruine was.
a. De Fremery, Supplement OHZ, 246, nr. 290 (gedateerd 1293 of 1294 jan. 6), naar A.
Van Bavel, Regestenboek Berne, nr. 92 (gedateerd 1293 jan. 6).
Het gebruik van de paas- of boodschapstijl is verondersteld. Het gebruik door de schepenen van Heusden is aangetoond voor het begin van de veertiende eeuw, zie Avonds en Brokken, ‘Heusden tussen Brabant en Holland’, 32. Eerdere bewijzen of aanwijzingen voor het gebruik van een andere jaarstijl zijn niet voorhanden. De abdij van Berne is in 1222-1230 overgegaan van kerst- naar paasstijl, zie Van Bavel, Regestenboek Berne, XXII. Van Bavel gaat bij de datering uit van kerststijl.
Universis presentes litteras visuris Arnoldus de Wica Reboldus Carnifex, scabini in Hoesdane, salutem.
Noveritis quod Theodericus de Gelre commutavit terram continentem duo hont cum dimidio, sitam in loco qui dicitur Campt, monasterio de Berne et aliud hont terre, quod est situm infra Geren vulgaliter loquendo, eiusdem monasterii omni iure quo ipse possidebat dictam terram viris religiosis abbati et conventui sancte Marie de Berne, pro qua quidem terrab supradicti viri religiosi supradicto Theoderico terram continentem quatuor hont vigintic quinque virgis terre inde retractis sitam in Delken eodem etiam iure quo ipsi possidebant eodem titulo permutationis tradiderunt, hac videlicet pactione adiecta quod tam dicti viri religiosi quam dictus Theodericus aggeres et fossatad tenebunt, sicut ante initam istam permutationem tenuerunt.
In cuius rei testimonium sigilla nostra presentibus duximus apponenda.
Datum anno Domini Mo CCo nonagesimo tercio, in Ephifania Domini nostri.