U bent hier: Home Database Oorkonden

nr. 1297.09.08
1297 september 8

Schepenen van Heusden oorkonden dat Tielman Foyten verkoopt aan Jan Brustijn de Kesserik te Oudheusden, die zijn broer Wouter eertijds toegewezen had aan het altaar (te Oudheusden) met een erfcijns van veertig schelling en dat Tielman verklaart dat hij tien pond Leuvens ontvangen heeft van Jan, die daarvoor onder nadere bepalingen een jaarlijkse cijns van 1 pond gevestigd heeft op land te Hedikhuizen ten behoeve van het genoemde altaar.

Origineel

A. Bernheze, Abdij van Berne, abdijarchief, inv. nr. IIN18b. Linkermargelijn getrokken met blinde naald.

Geen aantekening op de achterzijde.

Bezegeling: [SD1] uithangend, dubbel doorgestoken, verloren zegel van Arnoud van Wijk, schepen van Heusden. ‒ [SD2] uithangend, dubbel doorgestoken, verloren zegel van Jan Pijkevet, schepen van Heusden, sporen van bruine was.

Uitgave
a. De Fremery, Supplement OHZ, 273-274, nr. 317, naar A.
Regest
Van Bavel, Regestenboek Berne, 24, nr. 105.
Ontstaan en samenhang
Aan de linkerzijde is door de oorkonde een transfix gestoken d.d. 26 oktober 1316. Dit is een oorkonde van de schepenen van Heusden, waar in de dispositio naar de onderhavige oorkonde verwezen wordt (zie Van Bavel, Regestenboek Berne, nr. 161). In de dispositio van de onderhavige oorkonde wordt ook verwezen naar een oudere schepenoorkonde, die echter verloren gegaan is, zie hiervoor Van Synghel, DONB, nr. voor 1297.09.08.
Lokalisering
Voor de lokalisering van de Kesserik, zie J.C. Kort, 'Repertorium op de lenen van de hofstede Heusden, 1246-1650', Ons Voorgeslacht’ 52 (1997), nrs. 120, 123 en 124.
Afbeelding 11297.09.08
Volledig scherm

Wia Arnoyt van Wiic ende Ihan Pikenuet, scepen in Hoysden, tughen onder onsen aenhanghenden zeghelen dat voer ons quam Tyleken Foyte ende vercocht Ihanne Brustine een stucke landes, dat die Kesseriic gheheiten is ende is gheleghen op Oudehoysdenre velt, dat Wouter Foyte, die desselves Tylekens bruder was, besettet hadde in aelmosne tut enen outare, ende droecht hem op voer ons ewelike te behoudene gheheelleke in alle dien rechte dat dieselve Wouter Foyte dat stucke landes dar hadde ende vertegher op tut des voerghenomets Ihans Brustiins behoef als hi sculdech was te doene om enen erfliken chiins van viertich schillinghen Louenscher penninghe, dar dieselve Ihan deene pont af hadde op Gheret Roestes hus ende dander op Euerart Dachverlies hus ende op sine hostat, also als Ihans lettren spraken die voer ons ghelesen worden die Ihan Brusten hadde van dien nameliken chiinse ende die hi opdroech dienselven Tyleken voer ons tut dies voergenomets outares behoef ende verteech op dien chiins ende op die lettren als hi sculdech was te doene. Voertaene liede Tyleken Foyte voer ons dat hi tyen pont Louens ontfaen hadde van Ihan Brusten ende darvore hevet hi gheleghet een pont gheldes iaerliickes op sine seven gherden landes die hi hevet tot Hedichusen tut dies outares behoef dat hiervore ghenomet is, in alseilker manieren wanner Ihan Brusten queme op sente Bauendach ende maende Tyleken Foyten die tien pont die hiervore ghenomet siin, soe sal hise heme utreiken binnen iaers van dien sente Bauendaghe ende soe soelen sine seven gherden landes quite wesen voerwaert mere van dien ponde gheldes dat hi darop gheleghet hevet ende soe sal voertaene datselve pont gheldes licghen op den Kesseriic die hiervore ghenomet is, tut dien male dat Ihan Brusten bewiset dien voerghenoemden outare een pont gheldes an goeden sekeren erve ter schepensecghen van Hoysden. Ende als hi dat ghedaen hevet, soe sal die Kesseriic quite siin van dienselven ponde gheldes. Waert oec dat Tyleken Foyte Ihanne Brustene die tien pont binnen iaers als hiervore gheseghet is niet en gave, soe soude dat pont gheldes voertaene erflileb licghen op sine seven gherden landes die hiervore ghenomet siin tut diesselves outaers behoef. Oec hevet Tyleken Foyte dit ghedaen dat hiervore gheseghet is bi rade der schepen van Hoysden die doe waren.

Ende in orconde van desen voerseiden dinghen siin onse zeghel ghehanghen an desen openen brief, die waert ghegheven int iaer ons Heren als men scrivet Moc CCo XCo VIIo, in den daghe der gheboerte Onser Vrouwen dat men heitet tOnser Vrouwenmisse ter laterd.

a
aanvangsteken in de marge en vergrote initiaal A.
b
aldus A, lees erflike.
c
vanaf Mo tot en met slotwoord onder pliek A.
d
hierna sluitingstekens A.

Document acties