Gerard, pastoor van Doeveren, schenkt bij testament aan de abdij van Berne een jaarlijkse cijns van 30 schelling, gevestigd op het huis en de huisplaats met aanhorigheden van Arnoud Haddo te Oudheusden. De pastoors van Heusden, Heesbeen, Aalburg en Hemert bezegelen mede.
A. Bernheze, Abdij van Berne, abdijarchief, inv. nr. IIL3.
Aantekening op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: Littera domini Gerardi de Doueren. ‒ 2o door 14e-eeuwse hand: Claes Mallant in Husden. ‒ 3o door 15e-eeuwse hand: De censu Hadden in Outhuesden XXX s. in Purificatione. ‒ 4o door 15e-eeuwse hand: Solvit Aert Alaertssoen die Mesmaker. ‒ 5o door middeleeuwse hand: III.
Bezegeling: S1 uithangend, dubbel doorgestoken zegel van Gerard, pastoor van Doeveren, randschrift licht beschadigd, van groene was. ‒ S2 uithangend, dubbel doorgestoken zegel van Hendrik, pastoor van Heusden, zwaar beschadigd, van groene was. ‒ S3 uithangend, dubbel doorgestoken zegel van Jan, pastoor van Heesbeen, gaaf, van groene was. ‒ S4 uithangend, dubbel doorgestoken zegel van Walewein, pastoor van Aalburg, zwaar beschadigd, van groene was. ‒ S5 uithangend, dubbel doorgestoken zegel van Judocus, pastoor van Hemert, randschrift licht beschadigd, van groene was.
Ina nomine sancte et individue Trinitatis, amen.
Ego Gerardus, investitus de Doueren, compos mei ac sane mentis existens ob remissionem omnium peccatorum meorum do et lego in veram et puram elemosinam annuum censum triginta solidorum legalium denariorum, quem habeo super domo et domistadio eiusdem domus cum ceteris pertinentiis dicte domus ac dicti domistadii Arnoldi dicti Haddab, conventui ecclesie beate Marie in Berna in perpetuum possidendumc.
Et super hoc dominos scilicet Henricum, presbiterum de Husden, Iohannem, investitum de Hesben, Walwenum, investitum de Alborch, et Iudocum, investitum de Hemert, qui dicto testamento seu elemosine interfuerunt, moneo et requiro ut una cum sigillo meo sigilla sua hiis litteris curent apponere in testimonium premissorum.
Nos igitur predicti scilicet Henricus, presbiter de Husden, Iohannes, investitus de Hesben, Walwenus, investitus de Alborch, et Iudocus, investitus de Hemert, qui premissis omnibus interfuimus a dicto domino Gerardo testes super hiis moniti pariter et rogati, sigilla nostra cum sigillo dicti domini Gerardi ad maiorem fidem premissorum duximus apponenda.
Datum et actum anno Domini Mo CoCo nonagesimo octavo, in die beati Iohannis ante Portam Latinamd.