Schepenen van Grave oorkonden dat Frederik Cloet verkoopt aan Koenraad Sartor ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfcijns van vijftien schelling, gevestigd op het huis van Rutger Faber.
A. Grave, Verzorgingshuis Maaszicht, archief Sint-Catharinagasthuis Grave, inv. nr. 1180.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: XV s. (hierboven auds gelds door 15e-eeuwse hand bijgeschreven) ad domum Rutgheri Fabri Walburgis. – 2o door 15e-eeuwse hand: Rutger Alartssoen.
Bezegeling: S1 uithangend bevestigd zegel van Jan, zoon van Lidekin, schepen van Grave, randschrift linksonder beschadigd, van bruine was. – S2 uithangend bevestigd zegel van Willem van Wijchen, schepen van Grave, zwaar beschadigd, van bruine was.
Universisa presentes litteras inspecturis Iohannes, filius Lydekine, et Wilhelmus de Wiighen, scabini in Grauia, salutem cum noticia veritatis.
Noveritis quod Fredericus dictus Cloet coram iudice et nobis constitutus recognovit se vendidisse Conrardo Sartori adb opus Tabule Sancti Spiritusc quindecim solidos annui et hereditarii census quos idem Fredericus habuit ad domum Rutgheri Fabri, sitam infra hereditates Iohannis dicti Minnensone et Arnoldi dicti Stochem, singulis annis in festo beate Walburgis perpetue et hereditarie rectorid Tabulee supradictef persolvendos in omni iure et pagamento quibus annui et hereditarii census domino terre in opido de Grauia persolventur.
In cuius rei testimonium sigilla nostra presentibus sunt appensa.
Datum anno Domini Mo CCCo terciog, feria sexta post festum beati Iohannis Baptisteh.