Willem III, graaf van Holland, vidimeert de oorkonden d.d. 1200, 1241 december 27 en 1222 februari 4-1234 juli 19, van Dirk VII en Aleid, graaf en gravin van Holland, Willem II, graaf van Holland, en Floris IV, graaf van Holland, verleend aan de abdij van Berne en bepaalt dat de abdij bij het innen van de cijns te Dordrecht zes kalfshuiden zal aanbieden voor zijn valkeniers.
[A]. Niet voorhanden.
B. 1313 oktober 28, Bernheze, Abdij van Berne, abdijarchief, inv. nr. IIM2, vidimus door de prior van de predikheren en de gardiaan van de minderbroeders te ’s-Hertogenbosch, naar [A].
Niet eerder uitgegeven.
Van Bavel, Regestenboek Berne, 28, nr. 123.
Afschrift B is geschreven door dezelfde hand die ook het vidimus van een hertogelijke oorkonde door de schepenen van Leuven voor de abdij van Berne schreef, zie Van Synghel, DONB, nr. 1312.10.03, onder afschrift B. Bijgevolg kan de scriptor van deze twee vidimussen uit 1313 gelokaliseerd worden in de abdij van Berne. Ook de formaatkeuze (in de lengte) van beide stukken is hetzelfde. Voor de in onderhavige oorkonde genoemde grafelijke oorkonden, zie OHZ I, nr. 248, en II, nrs. 611 en 561 en Van Synghel, DONB, nrs. 1200.12.31(na 1200.00.00), 1234.07.19(na 1222.02.03) en 1241.12.27.
Wilhelmus, comes Haynonie, Hollandie, Zelandie ac dominus Frisie, notum facimus universis tam presentibus quam futuris quod nos litteras seu privilegia virorum religiosorum domini .. abbatis et conventus monasterii beate Marie in Berna ordinis Premonstratensis a nostris predecessoribus intuitu pietatis indulta vidimus in hec verba non abolitas, non cancellatas nec in aliqua parte viciatas, in primis:
(hierna volgt Van Synghel, DONB, nr. 1200.12.31(na 1200.00.00)).
Item alias:
(hierna volgt DONB, nr. 1241.12.27).
Item alias:
(hierna volgt DONB, nr. 1234.07.19(na 1222.02.03)).
Nos autem cupientes predictorum predecessorum nostrorum salubribus initi vestigiis favore benivolo dictum monasterium prosequendum divine remunerationis intuitu dictas litteras seu previlegia secundum omnem suorum et singulorum articulorum continentiam confirmamus, hoc incluso quod singulis annis cum marcas suas receperint apud Dordrecht pro falconibus nostris VI pelles vitulinas presentent.
Datum anno Domini Mo CCCo sexto, feria quarta post Odulphi.