U bent hier: Home Database Oorkonden

nr. 1306.11.13
1306 november 13

Schepenen van Grave oorkonden dat Rudolf, zoon van Anselm Quade, aan Koenraad Sartor ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling Tournoois verkocht heeft, gevestigd op twee stukken land, en dat Jan, knaap van Filips van Hemert, richter van Nederasselt, en enkele gerechtslieden aldaar getuigd hebben dat Rudolf en zijn echtgenote deze gronden ten overstaan van hen overgedragen hebben aan Koenraad, die deze opnieuw aan Rudolf en zijn echtgenote voor de genoemde cijns gaf.

Origineel

A. Grave, Verzorgingshuis Maaszicht, archief Sint-Catharinagasthuis Grave, inv. nr. 1456.

Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: XX s. (hierboven auds gelds door 15e-eeuwse hand bijgeschreven) Martini hyemalis ad quasdam pecias terre que fuerunt Rodolfi dicti Quade, filii Anselmi. – 2o door 14e-eeuwse hand: Stijn Momarts kiinder. – 3o door 15e-eeuwse hand: Opdracht den Geesthuse anno M CCCo VIo.

Bezegeling: S1 uithangend bevestigd zegel van Willem Albus, schepen van Grave, randschrift licht beschadigd, van bruine was. – S2 uithangend bevestigd zegel van Willem van Wijchen, schepen van Grave, randschrift licht beschadigd, van bruine was.

Uitgave
Niet eerder uitgegeven.
Regest
Essink, Regesten, 6, nr. 19.
Ontstaan en tekstuitgave
Deze oorkonde is geschreven door een hand uit de stad Grave die schepenoorkonden schrijft in de periode 8 april 1304-7 mei 1307, zie DONB nrs. 1304.04.08, 1304.12.14, 1305.07.24, 1306.12.25, 1307.01.10 en 1307.05.07. Deze scriptor heeft ook de tekstdelen geschreven op de rasuren in een Graafse schepenoorkonde uit 1303, zie DONB nr. 1303.06.28. Het onderscheid tussen c en t is niet goed zichtbaar.
Afbeelding 11306.11.13voorzijde
Afbeelding 21306.11.13achterzijde
Volledig scherm

Nosa Wilhelmus dictus Albus et Wilhelmus de Wiighen, scabini Grauenses, protestamur quod coram nobis constitutus Rodolfus, filius Anselmi dicti Quade, fatebatur se vendidisse ad quamdam petiam terre arabilis capientem quatuordecim vasa seminis ordeatei, sitam apud locum dictum Cruysbergh, et ad aliam petiam terre capientem tria vasa et dimidium seminis ordeatei, sitam iuxta hereditatem Wilhelmi dicti Albus quod Teuthonice Cloet nuncupatur, Conrardo Sartori ad opus Mense seu Tabule Sancti Spiritus in Grauia annuum et hereditarium censum viginti solidorum nigrorum Turonensium, grosso veteri regis Turonensi pro sedecim denariis computato, singulis annis die beati Martini hyemalis rectori Tabule seu Mense Sancti Spiritus hereditarie persolvendum in omni iure quo annui et hereditarii census in opido de Grauia videlicet sine acquisitione persolventur. Si vero dictus Rodolfus dictum censum dicto die non solverit, extunc omni septimana ulterius quousque ipsum solverit duodecim denarios solvet pro pena. Preterea iudex de Nederassel, videlicet Iohannes, famulus Philippi de Hemert, et iudiciales homines ibidem, scilicet Alexander de Assel, Nicolaus de Arena et Philippus de Assel, coram nobis constituti publice testabantur quod predictus Rodolfus et eius uxor cum suo tutore electo in Nederassel coram iudicio constituti dictas petias terre predicto Conrardo ad opus Mense seu Tabule predicte supportassent et eisdem more solito renunciassent, prout sententia diffinivit id ipsi Conrardo ad opus dicte Mense seu Tabule ratum esse. Conrardus autem hoc facto predictas petias terre dictis Rodolfo et eius uxori reddidit et contulit pro censu predicto.

In cuius rei testimonium sigilla nostra presentibus duximus apponenda.

Datum anno Domini Mo CCCo sexto, dominica die proxima post festum beati Martini hyemalisb.

a
vergrote en versierde initiaal A.
b
hierna sluitingstekens A.

Document acties