Schepenen van Grave oorkonden dat Jacob van Haps alias van Gameren en zijn echtgenote Hiskiena verklaren dat zij na hun dood aan het gasthuis te Grave en aan de Tafel van de Heilige Geest aldaar hun erfgoed te Haps schenken, op voorwaarde dat de rectoren van beide instellingen hun jaargetijde en dat van Wouter, broer van Jacob, vieren.
A1. |
Grave, Verzorgingshuis Maaszicht, archief Sint-Catharinagasthuis Grave, inv. nr. 918. Aantekening op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: Littere de bonis Iacobi de Hoeps. Bezegeling: S1 uithangend bevestigd zegel van Jan, zoon van Lidekin, schepen van Grave, gaaf, van bruine was. – [SD2] uithangend bevestigd, maar verloren zegel van Willem van Wijchen, schepen van Grave. |
A2. |
Grave, Verzorgingshuis Maaszicht, archief Sint-Catharinagasthuis Grave, inv. nr. 920. Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: De bonis Iacobi ex Camera et Hyssekine partim hospitali et partim Sancti Spiritus. – 2o door 15e-eeuwse hand: Dit is dat goet tot Haeps.Bezegeling: S1 uithangend bevestigd zegel van Jan, zoon van Lidekin, schepen van Grave, zwaar beschadigd, van bruine was. – S2 uithangend bevestigd zegel van Willem van Wijchen, schepen van Grave, zwaar beschadigd, van bruine was. |
Universisa presentes litteras inspecturis et audituris Iohannesb, filius Lydekine, et Wilhelmus de Wiighenc, scabini Grauenses, veritatis noticiam cum salute.
Noveritis quod Iacobus ded Hoepse et Hyssekina, uxor eius, cum suo mamburno electo compotes sane mentis coram iudice et nobis constituti contulerunt post vitam eorum amborum in puram et perpetuam elemosinam omnem hereditatem suam, sitam in Hoeps, partim hospitali in Grauia et partim Mense Sancti Spiritus ibidem, renunciantes eidem hereditati et more solito effestucantes, proutf nos scabini supradicti sententialiter diffinivimus hoc predictis hospitali et Mense Sancti Spiritus sufficere ad robur perpetue firmitatis, hac addita conditione quod rectores prefatorumg hospitalis et Mense Sancti Spiritus anniversarium ipsorum Iacobi et eiush uxorisi ac Wolteri, fratris eiusdem Iacobi, agent et agi procurabunt.
In cuius rei testimonium sigilla nostra presentibus duximus apponenda.
Datum anno Domini Mo CCCo septimo, dominica die proxima ante Pentecostenj.