U bent hier: Home Database Oorkonden

nr. 1307.05.25
1307 mei 25

Schepenen van Grave oorkonden dat Mathias, zoon van Mathias van Laar, aan zijn broer Bado, geestelijke, een jaarlijkse erfcijns van tien schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoed binnen de muren van Grave.

Origineel

A. Grave, Verzorgingshuis Maaszicht, archief Sint-Catharinagasthuis Grave, inv. nr. 1540.

Geen aantekening op de achterzijde.

Bezegeling: S1 uithangend bevestigd zegel van Willem van Wijchen, schepen van Grave, gaaf, van bruingroene was. – S2 uithangend bevestigd zegel van Jan van Deursen, schepen van Grave, randschrift licht beschadigd, van bruingroene was.

Uitgave
Niet eerder uitgegeven.
Regest
Essink, Regesten, 7, nr. 23.
Ontstaan
Deze oorkonde is geschreven door een hand uit de stad Grave die schepenoorkonden schrijft in de periode 25 mei 1307-4 april 1313, zie Van Synghel, DONB, nrs. 1307.06.26, 1311.11.03, 1312.05.03, 1312.10.19 en 1313.04.04, alsmede een oorkonde van Jan I, heer van Cuijk, zie Van Synghel, DONB, nr. 1308.04.20.
Afbeelding 11307.05.25
Volledig scherm

Nosa Wilhelmus de Wiighen et Iohannes de Dorne, scabini Grauenses, protestamur quod Matheus, filius Mathei de Lare, coram nobis constitutus recognovit se debere de hereditate sua, sita apud hereditatem matris sue infra muros Grauenses, Badoni, fratri suo, clerico, presentium servatori, annuum et hereditarium censum decem solidorum, grosso veteri regis Turonensi pro sedecim denariis, antiquo Brabantino pro quatuor, Hollandensi pro duobus et bono nigro Turonensi parvo pro uno denario computato, singulis annis festo Nativitatis Christi predicto Badoni et eius heredibus persolvendum.

In cuius rei testimonium sigilla nostra presentibus sunt appensa.

Datum anno Domini Mo CCCo septimo, die Sacramenti.

a
vergrote initiaal A.

Document acties