Schepenen van Grave oorkonden dat Werner van de Velde aan Jacob van Gameren een jaarlijkse erfcijns van 20 schelling verschuldigd is, gevestigd op zijn erfgoed te Grave tussen de openbare straat en de stadsmuur.
A. Grave, Verzorgingshuis Maaszicht, archief St.-Catharinagasthuis Grave, inv. nr. 1542.
Aantekening op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: Werneri de Campo. – 2o door 15e-eeuwse hand: Des dekens erfgenamen die doet is. – 3o door 15e-eeuwse hand: Hereditate sua, sita iuxta beginas XX s. Martini monete antique (hiervoor doorgestreept Wernerus van den Velde de).
Bezegeling: S1 uithangend bevestigd zegel van Gijsbert, zoon van Rutger, schepen van Grave, randschrift linksonder beschadigd, van groene was. – S2 uithangend bevestigd zegel van Willem van Wijchen, schepen van Grave, zwaar beschadigd, van groene was.
Nosa Giselbertus, filius quondam Rutgheri, et Wilhelmus de Wiechghen, scabini in Grauia, protestamur quod coram nobis constitutus Wernerus van den Velde recognovit se debere de hereditate sua, sita inter hereditatem beghinarum ex uno latere et inter hereditatem Gerardi dicti Scauekele ex altero, ab anteriori autem parte sita est strata publica et a posteriori parte est murus opidi de Grauia, Iacobo dicto ex Chamera vel presentium servatori annuum et hereditarium censum viginti solidorum parve monete, grosso antiquo regis Turonensi pro sedecim denariis computato vel in equivalenti pagamento, singulis annis die beati Martini hyemalis predicto Iacobo et post ipsum suis heredibus de prenotata hereditate perpetue persolvendum.
In cuius rei testimonium sigilla nostra presentibus litteris duximus apponenda.
Datum anno Domini Mo CCCo decimo, feria quarta proxima post diem beate Margarete virginisb.