Jan van der Zijl, baljuw van Zuidholland, verklaart dat dijkgraaf en grote heemraden van de zuidzijde van de Merwede toestemming hebben gegeven aan die van (het ambacht van) Weede om het zout water te keren in Wieldrecht op het moer.
[A]. Niet voorhanden.
B. tweede helft 14e eeuw, Den Haag, Nationaal Archief, toegangsnr. 3.19.43, archief van de heren van Putten en Strijen, inv. nr. 3 (oud nr. 142), register ‘tOude francijnboek B 1303-1353. Putten en Strijen. Cas M, fol. 46r.
Niet eerder uitgegeven.
Ian van den Zile, bailliu van Zuuthollant, make cond allen luden dat my aenbrocht hebben die diicgrave ende die grote hiemraet van der zuutside van der Merwede dat zi oerlof gaven die van der Wede dat zoute water te keren in Wiildrecht opt moer op die avelinghe ende in den avelinger sloet, alze voir de keren die in XX hoeven opghebroken waren.
In kennesse van deser dinc so heb ik dezen brief bezeghelt mit minen zeghel.
Ghegeven int iair ons Heren M CCC ende tien, tsaterdages na sinte Luciendach.