Schepenen van Heusden oorkonden dat Lambert, pastoor van Hedikhuizen, de abt van Berne te kennen geeft dat hij 34 pond ontvangt, die Willem van Hedikhuizen hem verschuldigd is, en dat ingeval de abt voor de betaling een lening aangaat bij de lombarden, Willem volgens afspraak de kosten hiervan en van de dingbank zal dragen, met uitzondering van een schaap dat Lambert hem kwijtgescholden heeft.
A. Bernheze, Abdij van Berne, abdijarchief, inv. nr. IIM10b. Getransfigeerd door Van Synghel, DONB, nr. 1309.02.24.
Geen aantekening op de achterzijde.
Bezegeling: [SD1] afhangend bevestigd, maar verloren zegel van Reinier Nennenz., schepen van Heusden. – [SD2] afhangend bevestigd, maar verloren zegel van Godfried Mast, schepen van Heusden.
Het gebruik van de paas- of boodschapstijl door de schepenen van Heusden is aangetoond voor het begin van de veertiende eeuw, zie Avonds en Brokken, ‘Heusden tussen Brabant en Holland’, 32.
Wi Reiner Nennensone ende Godevart Mast, scepenen in Huesdene, orconden onder onse seghele dat broeder Lambrecht, die persoen van Hedichusen, hevet anegheseit den abd van Berne vire ende dertich pont die Willem van Hedichusen den abd ghelden sal te sinen wille; waer dat sake dat Willem des ghemaent worde ende hiis niet en golde tote des abds wille, waer dat dabd wonne ter lumbarde coste, Willem soude in quiten van coste ende van hofstuele in al der vormen dat broeder Lambrechts seggen was in den brieve daer dese dureghesteken is, behalven een scopken dat tgodshuis voerde van den Dorenbosche te Gherart Sotkens huis, dat hevet broeder Lambrecht quite ghescouden ende quite gheseit.
In orconde desen brieve, ghegheven int iaer der gheborten ons Heren dertienhondert ende elve, maendaegs na Dertiendacha.