Jan I, heer van Heusden, geeft aan de abdij van Floreffe tolvrijheid in het land van Heusden.
A. Mol, Abdij van Postel, Charters Heusden 1 (digitale toegang via BHIC, toegangsnr. 2114, inv. nr. Heusden - 1). Zwaar beschadigd met tekstverlies.
B. 1875, Mol, Abdij van Postel, Charters Heusden 1 (digitale toegang via BHIC, toegangsnr. 2114, inv. nr. Heusden – 1, los bijliggend afschrift).
Niet eerder uitgegeven.
De lacunes in onderhavige oorkonde zijn aangevuld naar het afschrift.
Deze ongedateerde oorkonde is uitgevaardigd door Jan I, heer van Heusden. De terminus ante quem is 1218, het sterfjaar van Jan (zie Coldeweij, ‘Arnold van der Sluis’, kol. 365-366, en Thijssen, ‘Nogmaals de heren van Heusden’, 20. De eerste vermelding van Jan als heer van Heusden dateert uit 1200, wanneer hij als getuige optreedt in een oorkonde van de graaf en gravin van Holland, zie OHZ I, nr. 248. Het boekschrift van onderhavige oorkonde is in overeenstemming met het gangbare schrift in deze periode.
In nomine sanctę Trinitatis et individuę Unitatis.a
Notum sit universis presentibus et futuris quod ego Iohannes in Husden pro salute animę meę et omnium antecessorum meorum ecclesiam Floreffiensem in tota terra mea et in omni potestate mea ab omni theloneo in posterum liberam esse concedo. Pro hac ergo libertate [p]r[efa]ta ecclesia plenam fraternitatem et orationem michi repromisit.
Si quis hec ausu [tem]erario disturbare presumpserit, iudicium Dei incurratb.