Godfried (van Rhenen), bisschop van Utrecht, bevestigt op verzoek van Robert, abt van Mariënweerd, de abdij in haar bezittingen en rechten, waaronder die te Mill.
[A]. Niet voorhanden.
[B]. (vóór 23 mei 1265), niet voorhanden, maar bekend uit een vidimus voor de abdij Mariënweerd d.d. 23 mei 1265, waar een cartularium als volgt wordt vermeld: ut supra in isto eodem folio, alsmede uit een vidimus d.d. 1302.05.18: litterarum seriem infrascriptam religiosorum virorum .. abbatis et .. conventus monasterii Beate Marie in Insula, ordinis Premonstratensis, antiquo registro quorundam suorum privilegiorum insertam vidimus. − C. 1346, Brussel, KB, hs. nr. 17904-17906 (= cartularium van Mariënweerd), fol. 3v (oude folio 1v), onder het opschrift: Generalia privilegia, en de rubriek: Confirmatio per dominum Godefridum, episcopum Traiectensem, mogelijk naar [B].
a. Sloet, OGZ, nr. 316, naar C (onvolledig, gedateerd 1166). – b. Muller-Bouman, OSU I, 408-409, nr. 455, naar a (onvolledig). – c. Van Bavel, Goederenverwerving, 611-612, bijlage B, naar C (gedateerd voor 24 september 1166).
De Fremery, Cartularium Mariënweerd, 13, nr. 13 (met verbeteringen van a).
Deze oorkonde maakt deel uit van een groep van zeven oorkonden uit het archief van de abdij Mariënweerd die volgens Bouman, ‘Over de oudste oorkonden’, 280-291, vervalsingen zouden zijn. Kruisheer beargumenteerde de echtheid van een aantal van deze oorkonden, waardoor het fundament onder de bewijsvoering van de onechtheid ten aanzien van onderhavige oorkonde is komen te vervallen. Voor een uitvoerige weergave van deze argumentatie, zie Kruisheer, OHZ II, nr. 522, 122-124.
Voor de in onderhavige oorkonde genoemde bevestigingsoorkonde van paus Eugenius III, zie De Fremery, Cartularium Mariënweerd, nr. 6. Van Andreas (van Cuijk), bisschop van Utrecht, is geen algemene bevestigingsoorkonde bekend, enkel de schenkingsoorkonden van een aantal bezittingen, zie De Fremery, Cartularium Mariënweerd, nrs. 2, 3 en 4.
De terminus ante quem wordt bepaald door het einde van de veertiende indictie.
In virtute sancte et individue Trinitatis.
Notum sit sancte ecclesie Dei et in perpetua memoria reconditum hoc presens scriptum de confirmatione bonorum, que pia largitione fidelium collata sunt ad usus pauperum Christi, canonice viventium secundum regulam et institutionem beati Augustini in Insula, que dicitur Beate Marie, infra episcopatum Traiectensem.
Ego Godefridus, divina permissione sub nomine pontificis Traiectensis ecclesie indignus minister.
Ad humilem et devotam peticionem venerabilis viri Roberti, prememorate Insule videlicet abbatis, ex debito pontificalis officii benigne et efficaciter assensum prebui, ut scilicet secundum tenorem privilegii beatissime memorie pape Eugenii similiter et predecessoris mei episcopi Andree, possessiones ecclesie et congregationis sue privilegio confirmationis et auctoritatis episcopalis communirem. Ex auctoritate igitur Dei omnipotentis et beati Petri apostolorum principis necnon et beati Martini, patroni nostri, similiter et nostra a Deo nobis concessa sub vincula anathematis confirmamus prememorato abbati et omnibus successoribus suis universequea congregationi fratrum eiusdem loci in perpetuum: ipsam Insulam Beate Marie prememoratam cum universis usibus ad eam pertinentibus, quinque quoque mansos cum usibus suis in Runoieresbusc et tertiam partem decime, item quicquid ecclesia prefate congregationis possidet in areis, pascuis, agris Daile, Inspiic, Rumede, Ghellinghem, Bisde, Spic, Treiecti, Wrdene, Millen, item in parrochia Paueie tres mansos et decimam XX mansorum, item capellam Langesmere cum fundo in quo sita est, similiter et terras quas ex utraque parteb aque possidet, totam quoque decimam maiorem et minorem iam per XXXta annos et amplius in possessione quieta habitam, censum et iusticiam de XLV mansis in Inferiori Tillo et quinque mansos ibidem cum usibus suis.
Huius ergo nostre confirmationis autoritatem nemo unquam ausu temerario violare presumat. Si quis vero presumpserit iram omnipotentis Dei usque ad dignam satisfactionem incurrat. Omnibus vero eam conservantibus sit pax et gaudium nunc et in perpetuum.
Facta est autem hec confirmatio anno incarnationis Domini Mo Co LXVIo, indictione XIIIIta, episcopatus mei anno XIo.
Presentibus hiis: Arnoldo, maioris ecclesie preposito, Arnoldo, eiusdem ecclesie decano, Rodulfo, Ecclesie Beate Marie decano, Reinero Wrich, canonicic, Reizone, camerario, magistro Lamberto, Eppone, Gozwino, presbitero, Hugone, capellano, Ludowico de Isenburch; liberis hominibus: Theoderico, comite de Amerunga, Willelmo Lusco, comite, Gerlago, fratre episcopi, Godescalco de Merten; ministerialibus: Willelmo de Scalcwiic, Theoderico de Iudifas, Rodulfo et Yone, fratribus, de Scoenrewrth, Alberone Pauone et fratre eius, Willelmo de Thuerdic et Euerardo, fratre eius, Ansfrido de Scalcwiic, Helia Crapin.
- abdij Mariënweerd
- •
- bisdom Utrecht
- •
- Godfried (van Rhenen), bisschop van Utrecht
- •
- Robert, abt van Mariënweerd
- •
- paus Eugenius (III)
- •
- Andreas (van Cuijk), bisschop van Utrecht
- •
- Bosg : ligging onbekend, bij Rhenoy
- •
- Deil
- •
- Enspijk
- •
- Rumpt
- •
- Gellicum
- •
- Beesd
- •
- Spijk
- •
- Utrecht
- •
- Weurt
- •
- Mill
- •
- Paveien
- •
- kapel van Lanxmeer
- •
- Neder-Tull
- •
- Arnoud, proost van de Domkerk te Utrecht
- •
- Arnoud, deken van de Domkerk te Utrecht
- •
- Reinier, deken van Sint-Marie te Utrecht
- •
- Reinier Vurich, kanunnik
- •
- Reizo, kamerheer
- •
- meester Lambert
- •
- Eppo
- •
- Gozewijn, priester
- •
- Hugo, kapelaan
- •
- Lodewijk van Isenburg
- •
- Dirk, graaf van Amerongen
- •
- Willem Luscus, graaf
- •
- Gerlach, broer van bisschop Godfried (van Rhenen)
- •
- Godschalk van Merten
- •
- Willem van Schalkwijk, ministeriaal van de bisschop
- •
- Dirk van Judifas, ministeriaal van de bisschop
- •
- Rudolf van Schoonrewoerd, broer van Jo, ministeriaal van de bisschop
- •
- Jo van Schoonrewoerd, broer van Rudolf, ministeriaal van de bisschop
- •
- Albero Pavo, ministeriaal van de bisschop
- •
- Willem van Thuerdic, broer van Everard, ministeriaal van de bisschop
- •
- Everard, van Thuerdic, broer van Willem, ministeriaal van de bisschop
- •
- Ansfried van Schalkwijk, ministeriaal van de bisschop
- •
- Elias Crapin, ministeriaal van de bisschop