Lijstweergave
- 1160 juli 25
-
Hendrik II (van Leez), bisschop van Luik, stelt de abt en de broeders van Mariënweerd vrij van elke tiend en heffing door zijn dienaren op het goed Pisla (te Mill), waar zij de mis mogen opdragen en de broeders begraven, en wijst de ziekenzalving toe aan de deken.
- (1160 juli 25 - 1170)
-
Filips, aartsdiaken van Sint-Lambert te Luik en deken van Sint-Pieter te Keulen, bevestigt Robert, abt, en het convent van Mariënweerd in het bezit van het goed Pisla (te Mill) zoals verleend door Hendrik II (van Leez), bisschop van Luik.
- 1191
-
Hendrik, heer van Cuijk, draagt met instemming van zijn echtgenote Sofie en hun zoon Albert het allodium te Herpen op aan Hendrik I, hertog van Brabant, die het hem in leen geeft met een vergoeding van 40 mark Keuls en de tiend van Heesch.
- (1200 november 3 of kort daarna)
-
Beoorkond wordt de overeenkomst tussen Hendrik I, hertog van Brabant, en Dirk VII, graaf van Holland, inzake de rechten van hun wederzijdse kooplieden.
- 1200 november 3
-
Hendrik I, hertog van Brabant, en Dirk VII, graaf van Holland, sluiten een verdrag inzake het land tussen Maas en Schelde, waarbij onder meer de graaf afziet van zijn aanspraken op Breda.
- 1210 (januari 1 - 23 september)
-
Dirk II (van der Are), bisschop van Utrecht, bevestigt de abt en de broeders van Mariënweerd in hun bezittingen, waaronder die te Mill en Hal.
- (1185 - 1210 december 31)
-
Hendrik, graaf (van Rietberg), en Godfried II, graaf van Arnsberg, (broers), schenken aan de abdij Mariënweerd een halve hoeve te Hal met aanhorigheden.
- (1225 december 25 - ) 1226 (december 24)
-
Albert, heer van Cuijk, hernieuwt de schenking van een halve hoeve te Hal met aanhorigheden door Hendrik en Godfried II, graven van (Rietberg en) Arnsberg aan de abdij Mariënweerd en doet afstand van elk recht in die goederen of andere door de abdij door rechtmatige koop of schenking verkregen.
- 1227 (maart 25 - 1228 maart 24)
-
Bartholomeus, abt van Echternach, verkoopt op advies van proost en schout van de hof van de abdij van Echternach te Rinderen aan de abdij Mariënweerd een landgoed te Mill, op voorwaarde dat Alard, neef van Albert, levenslang het vruchtgebruik houdt.
- 1230 (december 25) - 1231 september 23
-
Wilbrand (van Oldenburg), bisschop van Utrecht, bevestigt de abdij Mariënweerd in haar bezittingen en rechten, onder meer te Mill en Hal.