Lijstweergave
- 1191
-
Hendrik, heer van Cuijk, draagt met instemming van zijn echtgenote Sofie en hun zoon Albert het allodium te Herpen op aan Hendrik I, hertog van Brabant, die het hem in leen geeft met een vergoeding van 40 mark Keuls en de tiend van Heesch.
- 1254 (april 11 - 1255 maart 27)
-
Schout en schepenen van Grave oorkonden dat abt en convent van Mariënweerd aan Udo van Loen dertig schelling Leuvens geven in ruil voor de kwijtschelding van tien cijnspenningen die zij aan hem verschuldigd zijn uit goederen te Hal en alle recht dat Udo ten aanzien van hun klooster heeft
- 1295 (april 1-1296 maart 24)
-
Jan II, hertog van Brabant, geeft aan de lieden van Oss, Berghem en Duureind de tussen deze plaatsen gelegen gemeenschappelijke gronden uit tegen een voorlijf van 150 pond Leuvens en een jaarlijkse erfcijns van 40 schelling Leuvens. (Deperditum)
- 1301 januari 5
-
Rutger, heer van Herpen, verkoopt met instemming van zijn broer Albert aan het gasthuis te Grave twee en een halve morgen land achter het Velperhout tegen een erfcijns van tien penning.
- 1303 januari 6
-
Albert, ridder, heer van Herpen, verkoopt aan abt en convent van Berne acht bunder land bij de uithof van de abdij te Gaal en 22 bunder bij de uithof te Moen tegen een voorlijf van 100 pond en een jaarlijkse erfcijns van respectievelijk zestien schelling en vier schelling zwarte Tournoois, te betalen te Herpen.
- 1306 april 16
-
Jan II, hertog van Brabant, neemt de abdij van Berne in bescherming en maant Gerard, heer van Horn en Altena, Jan, heer van Heusden, Albert, heer van Herpen, ridder, en Willem, heer van Cranendonk, ridder, ervoor te zorgen dat niemand de abdij kwaad berokkent. Indien dit toch gebeurt, gelast hij de schout van 's-Hertogenbosch en de overige rechtsdienaars in de Meierij om de abdij bescherming te verlenen.
- 1308 april 20
-
Jan I, heer van Cuijk, verklaart dat hij met instemming van zijn echtgenote Jutta, vrouwe van Cuijk, hun zonen Jan en Otto, en zijn kleinzoon Jan van Cuijk aan de inwoners van de parochies van Beugen, Brakel, Cuijk, Linden, Beers, Mill, Escharen en Grave tegen een jaarlijkse erfcijns van tien pond de gemene gronden schenkt, gelegen tussen het rechtsgebied van de heer van Herpen en Jan Boc van Meer tussen de Maas en de Peel, met uitzondering van enkele weidegronden en bossen.