Lijstweergave
- 1257 augustus 29
-
Boudewijn, abt van Berne, en Jan, heer van Heusden, bepalen inzake het geschil tussen Wouter Bode van Herpt en Willem, abt van Sint-Truiden, over een tiend te Herpt dat de abt aan Wouter de tiend toestaat zolang hij leeft. Na zijn dood kunnen zijn erfgenamen geen aanspraak maken op deze tiend.
- 1257 augustus 29 en 31
-
Boudewijn, abt, Nicolaas, prior van Berne, en Jan, heer van Heusden, oorkonden dat Wouter Spirinch van Aalburg, ridder, en zijn echtgenote Isolde met instemming van Jan, als voogd van Isolde, hun onroerende goederen en rechten hebben geschonken en overgedragen aan de abdij van Sint-Truiden, op voorwaarde dat de broers van Isolde de tiend van Waspik en Capelle voor vijftig pond Hollands kunnen terugkopen. Jan, heer van Heusden, draagt hierbij vijf morgen land die Wouter van hem in leen hield, met instemming van zijn oudste zoon Jan, in vrij eigendom over aan abt en convent van Sint-Truiden.
- 1281 januari 10
-
Schepenen van Sint-Truiden en leenmannen van de abt van Sint-Truiden beslechten het geschil tussen de abt van Sint-Truiden en Jan van Herpt, zoon van Wouter Bode, inzake een tiend te Herpt en bepalen dat Jan geen enkel recht heeft in deze tiend.
- 1295 januari 14
-
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan Tolnere, burger van 's-Hertogenbosch, erkend heeft 24 pond Leuvens ontvangen te hebben van zijn zwager Willem genaamd Willeken van Rode, burger van 's-Hertogenbosch, voor de verkoop door hem aan Willem van het goed Te Beirct te Oerle.
- (1)300 november 23
-
Willem II, heer van Horn en Altena, bepaalt bij testament dat jaarlijks twintig pond bestemd is voor een altaar in het klooster van Keizerbosch van een bedrag van 200 pond zwarte Tournoois, gevestigd op tienden en goederen te Rijswijk (bij Woudrichem).
- 1301 mei 1
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Hendrik Haec verkoopt aan Jan, zoon van Lidekin, een jaarlijkse erfcijns van twintig schelling, gevestigd op zijn huis en erf te Grave.
- 1302 november 6
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Jacob Spaenrebeen verschuldigd is aan Koenraad Sartor ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfrente van drie een een halve malder rogge, gevestigd op het erfgoed waar hij woont en op zijn hof (te Grave).
- 1302 november 29
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Arnoud van der Mere en Jutta, weduwe van Simon, aan Gerard, zoon van Simon, een jaarlijkse erfcijns van 30 schelling Tournoois verschuldigd zijn, gevestigd op hun woonerf te Grave naast het gasthuis.
- 1303 juni 28
-
Schepenen van Grave oorkonden dat Frederik Cloet verkoopt aan Koenraad Sartor ten behoeve van de Tafel van de Heilige Geest te Grave een jaarlijkse erfcijns van vijftien schelling, gevestigd op het huis van Rutger Faber.
- 1306 juli 3
-
Moerbezitters te Zevenbergen, woonachtig binnen de kasselrij van Brugge-ambacht, stellen Hugo Storm en Willem Balling van Oostburg aan om het moer te Zevenbergen uit te baten en te voorzien van spuien en waterlopen en geven hun de bevoegdheid om schot te heffen.