Lijstweergave
- 1284 augustus 3
-
Brustijn, schepen en vice-schout van Grave, en schepenen van Grave oorkonden dat Hille, dochter van Gozewijn van Mill, haar roerende en onroerende goederen zeven jaar eerder aan de abdij Mariënweerd heeft geschonken en dat zij deze schenking samen met haar voogd, Jan Neve, inwoner van Mill, hernieuwt.
- 1297 september 8
-
Schepenen van Heusden oorkonden dat Tielman Foyten verkoopt aan Jan Brustijn de Kesserik te Oudheusden, die zijn broer Wouter eertijds toegewezen had aan het altaar (te Oudheusden) met een erfcijns van veertig schelling en dat Tielman verklaart dat hij tien pond Leuvens ontvangen heeft van Jan, die daarvoor onder nadere bepalingen een jaarlijkse cijns van 1 pond gevestigd heeft op land te Hedikhuizen ten behoeve van het genoemde altaar.
- (vóór 1297 september 8)
-
Schepenen (van Heusden) oorkonden dat Jan Brustijn verwerft een jaarlijkse cijns van 1 pond, gevestigd op het huis van Gerard Roest, en van 1 pond op het huis en de huisplaats van Everard Dachverlies uit een jaarlijkse erfcijns van 40 schelling Leuvens. (Deperditum)
- 1305 februari 27
-
Jan, heer van Heusden, ridder, belooft dat hij het erfgoed, overgedragen door vrouwe Jutta, echtgenote van Jan Brustijn, aan haar zoon Brustijn en diens vader Jan, zoals vastgelegd in een oorkonde van de schepenen van Heusden, zal vrijwaren van aanspraken.
- (vóór 27 februari 1305)
-
Schepenen (van Heusden) oorkonden dat vrouwe Jutta, echtgenote van Jan Brustijn, erfgoed overdraagt aan haar zoon Brustijn en diens vader Jan. (Deperditum)